Pagina:Uitgave van het Vlaamsch Nationaal Zangverbond.djvu/2

Deze pagina is gevalideerd
 
2.
2.
MIJN VLAANDEREN HEB IK HARTELIJK LIEF
Theodoor Coopman
Gent. Aug. Antheunis
 

Mijn Vlaandren heb ik hartelijk lief! (bis)
Mijn Vlaandren boven al! (bis)
Dat is ’t refrein, ’t is het liefdelied, (bis)
Dat ik nooit vergeten zal!

Des morgens, als de zonne lacht, (bis)
Dan zing ik blij, vol lust, (bis)
Zoo zalig als de brave man, (bis)
Die vrouw en kindren kust. (bis)

Des avonds, als ik, moe van zin, (bis)
De rust verlangend zoek, (bis)
Dan bid ik: « Vlaandren, Vlaandren lief, (bis)
Mijn Vlaandren, houd U kloek! » (bis)

 
3.
3.
VLAANDEREN
Willem Gijssels
Renaat Veremans
 

’t Zijn weiden als wiegende zeeën.
Die groenen langs stroom en rivier,
Hier, vredige dorpkens daar steden,
Die rijzen met torens vol zwier;
’t Zijn welige velden en wouden,
Of vlakten der heide vol rust,
O ’k wil in mijn harte behouden
die schoonheid mijn oppersten lust.

Refrein: Voor Vlaanderen, Vlaanderen
trille mijn harte vol geestdrift en vuur.
Mijn land is het land van de stille,
de vreedzame breede natuur.

Uit beelden en doeken en zangen
Uit al wat een kunstenaar schiep,
Straalt gij als met loover omhangen,
Zoo innig gevoeld en zoo diep.
Gij spiegelt den aard uwer kinderen,
Gij vindt in hun werken u weer,
Hoe zou mijne liefde vermindren,
U minnen wil ik meer en meer.

Refrein: Voor Vlaanderen, enz.