Pagina:Uitgave van het Vlaamsch Nationaal Zangverbond.djvu/3

Deze pagina is gevalideerd
 
4.
4.
TINEKEN VAN HEULE
René De Clercq
Emiel Hullebroeck
 

Tineken van Heule, ons maartje,
Kan werken gelijk een paardje,
Kan melken, kan mesten,
Kan schuren gelijk de besten,
Tineken van Heule, ons maartje,
Staat hoog in de gunst van mijn vaartje,
En als moederken haar prijst,
Dat mijn zuster er om krijscht,
Dan lach ik een beetje in mijn baardje!

Refrein: Liever dan een visch die in een goudzee zwemt, (bis)
Liever dan een vogel die geen sparen kent, (bis)
Liever dan een freule (bis)
Tineken van Heule, (bis)
Tineke, ons maartjen in haar hemd! (bis)

Tineken heeft geld noch goedje,
Noch landeke, noch pandeke, noch koetje,
Noch huisje, noch kruisje,
Noch een lappeken voor op mijn buisje.
Tineken heeft geld noch goedje;
Maar een hemel is haar lachen en haar groetje,
Als ze trippelt naar de bron,
Met haar emmer in de zon,
En haar klompeken vast aan haar voetje.

Refrein: ......

Tineken van Heule, mijn minneken,
Op u staat mijn zoetste zinneken,
U lust ik, u kust ik,
Op uw harteken bouw en rust ik.
Tineken van Heule, mijn minneken,
Mijn poezelig dubbel kinneken,
Leg uw handeke in de mijn,
En een bruiloft zal het zijn
Van een boer en een schoon boerinneken.

Refrein: ......