Deze pagina is proefgelezen
Om vrugten ons te geven;
Dat doen zij in de lente.
De vrugten moeten groeien;
Dat doen zij in de zomer.
Men moet de vrugten plukken;
Dat doet men in het najaar.
Dus moet gij, lieve kinders,
In alle jaargetijden
Gods wijze goedheid loven,
En wel te vrede wezen.