Pagina:Van Doesburg, Opstanding (1913).pdf/21

Deze pagina is proefgelezen

zwaren last tegen een hooge brug oprijdt. Uit een oogpunt van schoonheid ziet de kunstenaar direct... de elkaar tegengestelde krachten... het rythmisch spel der bewegingen... zich oplossend in vormen, die weder eén lijn... éen groote lijn vormen... van de voetzolen... over den rug... enfin éen lijn — de som van alles — het geheel in de ruimte omsluitend. Dat ziet hij... als hij een gevoelig kunstenaar is... ondergaat hij het... als... éen stuk muziek. Dat is zijn grens... dieper dringt hij niet in door en hij schept het om tot schoonheid. Mij gaat het anders... Wanneer ik dit geval onderga... Adonis... Luister je?
      (Geschuifel.)
      Stem van  A d o n i s: (In spanning) Ja...... Ja... ja... nou dan...
      Stem van  J o r s a: ... dan word ik evenzeer getroffen door ’t muzikaal complex van krachten... vormen en lijnen... maar op ’t zelfde oogenblik wordt er iets in mij bewegelijk... en... ik ga naar den man toe... duw de kar... help hem zijn last verlichten... zet mijn schouder onder de zwaarte... van zijn last... Ik denk aan niets van kunst of schoonheid. Ik ben geen kunstenaar, ik ben een gewone man, die een anderen man helpt zijn last torsen. Et te gelijk dat ik dit doe... geeft de stof zich over... ontsluit zich... Horizonnen breiden zich voor mij uit... de grenzen vallen om... alles wordt licht en ruim... Ik voel een oneindigheid van eenheid en liefde... Ik beeld mij in alles te kunnen... alles. Wanneer wij den hoogsten top bereikt hebben...... met onzen last, die dan het zwaarst is...... zinkt de kar... alles wordt licht en gemakkelijk... als door een wonder wordt de kar voort bewogen... En mijn gezel... een vent met een somberen, neerhangenden, zwarten kop... bromt iets... onverstaanbaars.
      Pauze. — — —
      Soms direct - soms later...... rijst alles in mijn geest op... tot éen beeld... dit is de voorstelling van mijn diepste gevoelens... niet de voorstelling van mijn schoonheids-ontroering... maar het beeld van mijn... van zijn... van onze... innigst-mensche-