Pagina:Van Doesburg, Opstanding (1913).pdf/5

Deze pagina is proefgelezen

die avondjes kom (op het verwonderde gelaat van Adonis)... ja niet om jou natuurlijk, noch om iemand ......persoonlijk...... maar... e... de... (trommelt met zijn vingers in de lucht) de sfeer... Ik kan in die sfeer niet meer ademen, daarom blijf ik voortaan wèg.
      A d o n i s: (zucht. Haalt den sigarettenrook in en terwijl hij dien weer uitpoeft) Ik be... begrijp je in den laatsten tijd niet meer... (trek nu den rechter, dan den linkerschouder op) je bent zoo vreemd...... zoo... ik weet het niet......
      (Hij loopt naar z’n schilderij en steeds deze beschouwend met halftoegeknepen oogen, maakt hij met den duim van de rechterhand eene vlugge schilderbeweging.)
      J o r s a: (Eenigszins komisch) Vind je... ?
      A d o n i s: (Staart in zijn werk: lijzig) Ja... je... dwaalt... zoo... af. Je bènt... kunstenaar... schilder... dat bewees me dat... laatste ding... kom... hoe heet... 't e... ook... weer..., o... ja... dat boerinnetje in de zon... pittoresk... (naar Jorsa) Daar moet je een... gouden lijst voor koopen... schitterend... brillant...
      J o r s a: (Was gaan zitten, doch staat plotseling op met een ruk. Om zijn gemoedsbeweging te verontschuldigen:) ’t Is hier kil... (loopt met groote stappen het atelier heen en weer, van het naaktfiguur van Ingres naar het naaktfiguur van Courbet. Blijft dan plotseling voor het meisje, dat op den divan met het boek in de hand is ingeslapen, staan. Gaat dan naar de kachel, doet er behoedzaam kolen op. Gaat dan naar den schildersezel. Beschouwt de schilderij van Adonis.)
      A d o n i s: ( Is hem in al zijn bewegingen met de oogen gevolgd, zonder te begrijpen, kort en droog). Nou?
      J o r s a: (na eenig aarzelen) Tja... mooi...... het vleesch... de stóf... is goed weergegeven... levend. De borst is goed,... de borst leeft... maar ik zie niet àchter de borst... achter die borst woont de mensch... die blijft voor mij verborgen... diè is niet geschilderd ...... In elk plekje zie ik joú... den „artist”,... maar ... deze wereld heeft andere verlangens... diepere...
      (Door deze opmerkingen is de elementaire stilte, die zich aan het atelier en de dingen mededeelde