Deze pagina is proefgelezen
VII. KINDERWEELDE.
Hopsa! hopsa! kleine guit!
Steek je poez'le voetjes uit!
Steek je dikke knuistjes op!
Hopsa! hopsa! hop! hop! hop!
Steek je poez'le voetjes uit!
Steek je dikke knuistjes op!
Hopsa! hopsa! hop! hop! hop!
Hopsa! hopsa! Kleine Jan,
Jubel, juich maar, kleine man!
Dartel vrij op vaders schoot!
Hopsa! zoo wordt Jantje groot.
Jubel, juich maar, kleine man!
Dartel vrij op vaders schoot!
Hopsa! zoo wordt Jantje groot.
Hopsa! dans en spring maar blijd,
In uw onverdorvenheid!
Blijf zoo rein steeds van gemoed!
Hopsa! zoo is Jantje zoet!
In uw onverdorvenheid!
Blijf zoo rein steeds van gemoed!
Hopsa! zoo is Jantje zoet!
XVIII. BEPROEVING.
Helaas! helaas! de wreedé smart
Wil zelfs geen dichter sparen —
Dat moest mijn teeder vaderhart
Op bitt're wijs ervaren.
Wil zelfs geen dichter sparen —
Dat moest mijn teeder vaderhart
Op bitt're wijs ervaren.