Pagina:Verdrag inzake de betekening en de kennisgeving in het buitenland van gerechtelijke en buitengerechtelijke stukken in burgerlijke en in handelszaken.pdf/6

Deze pagina is proefgelezen

Dit Verdrag treedt in werking op de zestigste dag na de nederlegging van de derde akte van bekrachtiging bedoeld in artikel 26, tweede lid.

Voor iedere ondertekenende Staat die het nadien bekrachtigt, treedt het in werking op de zestigste dag na de nederlegging van zijn akte van bekrachtiging.

Artikel 28

ledere Staat die niet vertegenwoordigd is geweest op de tiende zitting van de Haagse Conferentie voor internationaal privaatrecht, kan tot dit Verdrag toetreden nadat dit overeenkomstig artikel 27, eerste lid, in werking is getreden. De akte van toetreding zal worden nedergelegd bij het Ministerie van Buitenlandse Zaken van Nederland.

Het Verdrag treedt voor die Staat slechts in werking bij gebreke van verzet door een Staat die het Verdrag vóór deze nederlegging heeft bekrachtigd, van welk verzet moet worden kennis gegeven aan het Ministerie van Buitenlandse Zaken van Nederland binnen een termijn van zes maanden te rekenen van de datum waarop dit Ministerie laatstbedoelde Staat van de toetreding in kennis heeft gesteld;

Bij gebreke van verzet, treedt het Verdrag voor de toetredende Staat in werking op de eerste dag van de maand volgende op het verstrijken van de laatste van de termijnen bedoeld in het vorige lid.

Artikel 29

ledere Staat kan bij de ondertekening, bekrachtiging of toetreding verklaren dat de werking van dit Verdrag tevens zal gelden voor alle gebieden voor welker internationale betrekkingen hij verantwoordelijk is, of voor een, dan wel meer, van zulke gebieden. Deze verklaring wordt van kracht op het tijdstip waarop het Verdrag voor bedoelde Staat in werking treedt. Daarna moet van elke uitbreiding van de werking van het Verdrag kennis worden gegeven aan het Ministerie van Buitenlandse Zaken van Nederland.

Voor de gebieden waarop de uitbreiding betrekking heeft, treedt het Verdrag in werking op de zestigste dag na de in het vorige lid vermelde kennisgeving.

Artikel 30

Dit Verdrag blijft gedurende vijf jaren van kracht, te rekenen van de datum van inwerkingtreding overeenkomstig artikel 27, eerste lid, ook voor de Staten die het later hebben bekrachtigd of die later tot het Verdrag zijn toegetreden.

Dit Verdrag wordt, behoudens opzegging, stilzwijgend telkens voor vijf jaar verlengd.

De opzegging moet ten minste zes maanden voor het einde van de termijn ter kennis worden gebracht van het Ministerie van Buitenlandse Zaken van Nederland.

De opzegging kan zich beperken tot enkele der gebieden waarop het Verdrag van toepassing is.

De opzegging heeft slechts gevolg ten opzichte van de Staat die haar heeft gedaan. Het Verdrag blijft van kracht voor de andere Verdragsluitende Staten.

Artikel 31

Het Ministerie van Buitenlandse Zaken van Nederland doet de Staten bedoeld in artikel 26, alsmede de Staten die zijn toegetreden overeenkomstig de bepalingen van artikel 28, mededeling van:

a) de ondertekeningen en bekrachtigingen bedoeld in artikel 26;

b) de datum waarop het Verdrag overeenkomstig de bepalingen van artikel 27, eerste lid, in werking treedt;

c) de toetredingen bedoeld in artikel 28, en de datum waarop deze van kracht worden;

d) de uitbreidingen bedoeld in artikel 29, en de datum waarop zij gevolg hebben;

e) de aanwijzingen, bezwaren en verklaringen genoemd in artikel 21; f) de opzeggingen bedoeld in artikel 30, derde lid.

TEN BLIJKE WAARVAN de ondergetekenden, daartoe behoorlijk gemachtigd, dit Verdrag hebben ondertekend.

GEDAAN te 's-Gravenhage, de 15de november 1965, in de Franse en de Engelse taal, zijnde beide teksten gelijkelijk authentiek, in één exemplaar, dat zal worden nedergelegd in het archief van de