Pagina:Verdrag nopens de wetten en gebruiken van de oorlog te land 1907.pdf/2

Deze pagina is proefgelezen

het volgende zijn overeengekomen:

Artikel 1 De verdragsluitende Mogendheden verstrekken aan hunne krijgsmachten te land voorschriften, die overeenkomen met het bij dit Verdrag gevoegde Reglement, betreffende de wetten en gebruiken van den oorlog te land.

Artikel 2

De bepalingen, vervat in het bij Artike1 1 bedoelde Reglement en in dit Verdrag, zijn slechts van toepassing tusschen de verdragsluitende Mogendheden en slechts indien de oorlogvoerenden alle partijen zijn bij het Verdrag.

Artikel 3

De oorlogvoerende Partij, die de bepalingen van genoemd Reglement schendt, is, indien daardoor schade is geleden, tot schadeloosstelling gehouden. Zij is verantwoordelijk voor alle feiten door de personen, die van hare gewapende macht deel uitmaken, gepleegd.

Artikel 4 Dit Verdrag vervangt voor de betrekkingen tusschen de verdragsluitende Mogendheden, na behoorlijke bekrachtiging, het Verdrag van 29 Juli 1899, betreffende de wetten en gebruiken van den oorlog te land.

Het Verdrag van 1899 blijft van kracht voor de betrekkingen tusschen de Mogendheden, die het geteekend hebben, en niet eveneens dit Verdrag bekrachtigen.

Artikel 5

Dit Verdrag zal zoo spoedig mogelijk worden bekrachtigd.

De akten van bekrachtiging zullen te 's Gravenhage worden nedergelegd.

De eerste nederlegging van akten van bekrachtiging zal geconstateerd worden door een proces-verbaal, geteekend door de vertegenwoordigers der Mogendheden, die er aan deelnemen en door den Nederlandschen Minister van Buitenlandsche Zaken.

De latere nederleggingen van akten van bekrachtiging zullen plaats hebben door middel van eene geschreven kennisgeving, gericht aan de Nederlandsche Regeering en vergezeld van het instrument van bekrachtiging.

Een voor eensluidend verklaarde afdruk van het proces-verbaal betrekkelijk de eerste nederlegging van akten van bekrachtiging, van de in het voorgaande lid vermelde kennisgevingen, alsmede van de instrumenten van bekrachtiging, zal door de zorgen der Nederlandsche Regeering en langs diplomatieken weg onmiddellijk worden overgemaakt aan de Mogendheden, uitgenoodigd tot de Tweede Vredesconferentie, alsmede aan de andere Mogendheden, die tot het Verdrag zullen zijn toegetreden. In de gevallen in het voorgaande lid bedoeld, zal genoemde Regeering haar tegelijkertijd doen weten den datum, waarop Zij de kennisgeving ontvangen heeft.

Artikel 6

De niet onderteekenende Mogendheden zijn bevoegd tot dit Verdrag toe te treden.

De Mogendheid, die wenscht toe te treden, geeft van hare bedoeling schriftelijk kennis aan de Nederlandsche Regeering, onder overmaking der akte van toetreding, die in de archieven van genoemde Regeering wordt nedergelegd.

Deze Regeering doet onmiddellijk aan alle andere Mogendheden een voor eensluidend verklaarden afdruk toekomen van de kennisgeving, alsmede van de akte van toetreding, daarbij aangevende den datum, waarop Zij de kennisgeving heeft ontvangen.

Artikel 7

Dit Verdrag treedt voor de Mogendheden, die aan de eerste nederlegging van akten van bekrachtiging hebben deelgenomen, zestig dagen na de dagteekening van het proces-verbaal dezer nederlegging in