Pagina:Verdrag tegen foltering en andere wrede, onmenselijke of onterende behandeling of bestraffing (1984).pdf/9

Deze pagina is proefgelezen

allen tijde, door middel van een aan de Secretaris-Generaal gerichte kennisgeving, worden ingetrokken. Een zodanige intrekking heeft geen invloed op de behandeling van een zaak die het onderwerp vormt van een kennisgeving die reeds is gedaan krachtens dit artikel; geen enkele volgende kennisgeving door of namens een persoon wordt krachtens dit artikel in ontvangst genomen nadat de kennisgeving van intrekking van de verklaring door de Secretaris-Generaal is ontvangen, tenzij de betrokken Staat die Partij is, een nieuwe verklaring heeft afgelegd.

Artikel 23

De leden van het Comité en van de conciliatiecommissies ad hoc die kunnen worden ingesteld krachtens het bepaalde in artikel 21, eerste lid, letter (e), genieten de faciliteiten, voorrechten en immuniteiten van deskundigen die zijn uitgezonden door de Verenigde Naties, zoals die zijn vastgesteld in de desbetreffende delen van het Verdrag nopens de voorrechten en immuniteiten van de Verenigde Naties.

Artikel 24

Het Comité brengt een jaarverslag van zijn werkzaamheden krachtens het Verdrag uit aan de Staten die Partij zijn, en aan de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties.

DEEL III

Artikel 25

1. Dit Verdrag staat open voor ondertekening door alle Staten.

2. Dit Verdrag dient te worden bekrachtigd. De akten van bekrachtiging dienen te worden nedergelegd bij de Secretaris-Generaal van de Verenigde Naties.

Artikel 26 Dit Verdrag staat open voor toetreding door alle Staten. Toetreding geschiedt door de nederlegging van een akte van toetreding bij de Secretaris-Generaal van de Verenigde Naties.

Artikel 27 1. Dit Verdrag treedt in werking op de dertigste dag na de datum van nederlegging bij de Secretaris-Generaal van de Verenigde Naties van de twintigste akte van bekrachtiging of toetreding.

2. Ten aanzien van iedere Staat die dit Verdrag bekrachtigt of ertoe toetreedt na de nederlegging van de twintigste akte van bekrachtiging of toetreding, treedt het Verdrag in werking op de dertigste dag na de datum van nederlegging van zijn eigen akte van bekrachtiging of toetreding.

Artikel 28

1. Iedere Staat kan, op het tijdstip van ondertekening of van bekrachtiging van dit Verdrag of van toetreding ertoe, verklaren dat hij de in artikel 20 geregelde bevoegdheid van het Comité niet erkent.

2. Iedere Staat die Partij is en die een voorbehoud heeft gemaakt overeenkomstig het eerste lid van dit artikel, kan dit voorbehoud te allen tijde intrekken door middel van een kennisgeving aan de Secretaris-Generaal van de Verenigde Naties.

Artikel 29

1. Iedere Staat die Partij is bij dit Verdrag, kan een wijziging daarvan voorstellen en deze indienen bij de Secretaris-Generaal van de Verenigde Naties. De Secretaris-Generaal deelt vervolgens de voorgestelde wijziging aan de Staten die Partij zijn, mede, met het verzoek hem te berichten of zij een conferentie van Staten die Partij zijn, verlangen ten einde het voorstel te bestuderen en in