Pagina:Verdrag van Lissabon (Publicatieblad van de EU, 51e jrg. 9 mei 2008).pdf/112

Deze pagina is proefgelezen

onherroepelijk de koers vast waartegen de munteenheid van de betrokken lidstaat wordt vervangen door de Euro, en neemt hij de overige maatregelen die nodig zijn voor de invoering van de Euro als enige munteenheid in de betrokken lidstaat.

Artikel 141
(oude artikelen 123, lid 3 en 117, lid 2, eerste vijf streepjes. VEG)

1. Indien en zolang er lidstaten met een derogatie zijn, wordt, onverminderd het bepaalde in artikel 129, lid 1, de in artikel 44 van de statuten van de ESCB en de ECB bedoelde Algemene Raad van de Europese Centrale Bank als derde besluitvormend orgaan van de Europese Centrale Bank gevormd.

2. Indien en zolang er onder een derogatie vallende lidstaten zijn, heeft de Europese Centrale Bank ten aanzien van die lidstaten de taak:

— de samenwerking tussen de nationale centrale banken van de lidstaten te versterken;
— de coördinatie van het monetair beleid van de lidstaten te versterken teneinde prijsstabiliteit te verzekeren;
— toe te zien op de werking van het wisselkoersmechanisme;
— overleg te plegen over aangelegenheden die onder de bevoegdheid van de nationale centrale banken vallen en die van invloed zijn op de stabiliteit van de financiële instellingen en markten;
— de vroegere taken uit te oefenen van het Europees Fonds voor monetaire samenwerking, die eerder waren overgenomen door het Europees Monetair Instituut.

Artikel 142
(oud artikel 124, lid 1. VEG)

Iedere onder een derogatie vallende lidstaat behandelt zijn wisselkoersbeleid als een aangelegenheid van gemeenschappelijk belang. Daarbij houden de lidstaten rekening met de ervaring die is opgedaan bij de samenwerking in het kader van het wisselkoersmechanisme.

Artikel 143
(oud artikel 119 VEG)

1. In geval van moeilijkheden of ernstig dreigende moeilijkheden in de betalingsbalans van een onder een derogatie vallende lidstaat, die voortvloeien hetzij uit het ontbreken van het globaal evenwicht van zijn balans hetzij uit de aard van zijn beschikbare deviezen, en die met name de werking van de interne markt of de verwezenlijking van de gemeenschappelijke handelspolitiek in gevaar kunnen brengen, onderwerpt de Commissie de toestand in die staat en de maatregelen welke hij overeenkomstig het bepaalde in de Verdragen met gebruikmaking van alle hem ten dienste staande middelen heeft genomen of kan nemen, onverwijld aan een onderzoek. De Commissie geeft de maatregelen aan die zij de betrokken staat aanbeveelt.