hij moest veroveren en dat was hem gelukt.
Hij kreeg dan ook een erkentelijken brief van Isac Mordtmann en Co en nadere instructies met betrekking tot de directie die gekozen moest worden; professor Lövdahl moest er absoluut zitting in hebben.
Michal Mordtmann bracht dit den volgenden Zondag bij den professor aan huis op het tapijt; hij dineerde daar geregeld alle Zondagen; het was er overigens een beetje gedrukt in huis na die kwestie met Abraham; zijn vader ging voort den jongen te behandelen met een koelheid, die hem in de pijnlijkste spanning hield.
Eerst sloeg de professor de eer af om in de directie te zitten; hij had geen tijd genoeg voor zijn praktijk en bovendien deugde hij heelemaal niet voor zoo iets. Hij hield zich immers uit principe buiten zaken.
Mordtmann van zijn kant zei, dat het immers maar om den naam te doen was; van wezenlijk werk was er nooit sprake; de chef van de Bank, Christensen, zou administreerend directeur zijn; het was er alleen maar om te doen, dat de naam van professor Lövdahl in de directie gevonden werd.
"Kunt u me niet helpen om uw man over te halen, mevrouw?"
"Neen, mijn man gaat zijn eigen gang in al die