Pagina:Vergif.djvu/145

Deze pagina is gevalideerd
147

gemeend werd; die was altijd vriendelijk en voorkomend.

Intusschen was het toch duidelijk dat hij zijn bezoeken aan mevrouw bracht, en hij lette dit zelf op. Elken dag tusschen twaalf en één wachtte zij hem met een glas morgenwijn, dat hij opdronk, terwijl zij samen vroolijk een half uurtje babbelden.

Maar als het regende of het slecht weer was, dan kwam hij niet verder dan het raam en wees op zijn vuile laarzen of op zijn nat pak, en dan werd er dikwijls afgesproken, dat hij 's avonds zou komen.

Mevrouw Wenche had een standpunt gekozen, van waar af zij hem een beetje moederlijk behandelde, wat haar op grond van haar positie niet moeilijk viel, ofschoon er eigenlijk geen noemenswaard verschil in leeftijd was.

Hij vond dat niet prettig; maar hij had den moed niet om wat anders te eischen; en zij nam tegenover hem een spottenden toon aan, die menig woord en menigen blik liet doorgaan voor minder dan er mee bedoeld werd.

Zij dacht te goed over hem en zij stelde een te hoogen prijs op zijn gezelschap om te willen begrijpen, dat hij haar het hof maakte. Sedert hoeveel jaar hing meneer Abel, de docent, niet al smachtend om haar heen; en dat had haar nooit in het minst gehinderd.