Pagina:Vergif.djvu/162

Deze pagina is proefgelezen
164

Daarop wendde hij zich tot de kleintjes en smeekte hen dringend om zich op alle christelijke deugden toe te leggen en in den dienst van God te arbeiden, zooals het kinderen des lichts betaamt.

Op dit punt was het dat de meeste moeders begonnen te huilen; en de goede rector sprak door over het kind, het kinderhart en het kindergeloof. Na een vurig gebed tot besluit, stond de heele school op en zong:

"Beschouw ons met een vaderoog,
Gij die een wereld scheppen kunt."—

Toen bad de rector nog een Onze Vader en hiermee was het feest eindelijk afgeloopen.

Het gedrang om er uit te komen was vreeselijk; want geen macht kon de jongens langer tegenhouden; niettegenstaande de verordening, dat de leerlingen moesten wachten tot de dames en de toehoorders de zaal verlaten hadden, om daarna in goede orde en klasse voor klasse heen te gaan, liepen er toch velen van hun plaats om zich door de dames heen te boren en te verdwijnen.

Warm en behuild kwamen de moeders eindelijk buiten; vaders waren er maar heel weinig;—het deed zoo goed om de jongelui zoo bijeen te zien en hoe heerlijk en ernstig had de rector gesproken. Hij had wel is waar één toespeling weg kunnen laten, waarmee hij op het eind voor