Pagina:Verzameling van Nederlandse staatsregelingen (1798-1815).djvu/109

Deze pagina is gevalideerd

67. ledere Gemeente heeft de beschikking over deszelfs Huishoudelijke belangen; zij legt geene Plaatselijke Belastingen op, dan ingevolge de algemeene bepalingen, bij de Wet vasttestellen, en niet anders dan met overleg van Gecommitteerden uit de Gemeente, gekozen door de Stemgeregtigde Burgers, na bekomene auctorisatie van het Departementaal Bestuur, aan het welk alle plaatselijke Belastingen of Geldligtingen, ter goed- of afkeuring moeten gezonden worden. Ten aanzien dezer Belastingen moet worden in acht genomen, dat noch de Doorvoer door, noch de Uit- of Invoer naar of van andere Steden of Plaatsen worde belast noch ook de voortbrengselen van den grond of de nijverheid van andere Steden of Plaatsen bezwaard, boven die van de Plaats zelve, waar de Belasting gelegd wordt; ook zullen deze plaatselijke Belastingen aan de middelen van de Nationale Finantiën niet mogen hinderlijk zijn. In zulk een geval is de Raadpensionaris gehouden de invoering daar van tegentegaan ; en wordt, ter bevordering van dit oogmerk, door de Departementale Besturen van alle door hun goedgekeurde, plaatselijke Belastingen onverwijld geïnformeerd.

68. Leden van het Gemeente-Bestuur kunnen, onder geen voorwendsel, in Persoon, door de Departementale Besturen, tot verantwoording worden opgeroepen. Zij kunnen alleen, wegens verzuim in hunne plaatselijke Bediening, te regt gesteld worden voor het Departementaal Geregtshof.


Regterlijke Magt.

69. De Regterlijke Magt wordt alleen uitgeoefend door Regters, ingevolge de Staatsregeling aangesteld. Geene Politieke Magt oefent eenigen invloed op de Regterlijke Magt uit.

70. In geene Regtbanken zullen de Leden, bij derzelver aanstelling elkander onderling of ook den Publieken Aanklager bij dezelve, bestaan tot in den vierden graad van bloedverwantschap of zwagerschap. Niemand kan den post van regter of Publieken Aanklager waarnemen, die niet is Stemgeregtigd Burger, en den vollen ouderdom van 25 jaren niet bereikt heeft.

71. AlleRegters zijn gehouden, des verzogt, de Vonnissen van elkander, welke in kracht van gewijsde gaan, ter executie te helpen stellen, mitsgaders over en weder de zoogenaamde Letteren Requisitoriaal te doen respecteren. Ingeval van geschil dienaangaande staat de beslissing des- wegens, gelijk mede van alle Jurisdictie-questiën, wan- neer Partijen onder hetzelfde Departementaal Gerechtshof behooren, aan het laatstgemelde, en anders aan het Natio naal Geregtshof.

72. In alle Criminele Vonnissen wordt het misdrijf van den Veroordeelden uitgedrukt, op poene van nulliteit.

73. Alle Vonnissen moeten met opene deuren worden