Pagina:Verzameling van Nederlandse staatsregelingen (1798-1815).djvu/130

Deze pagina is gevalideerd

tionaal Geregtshof verpligt, aan zoodanige aanschrijving te defereren; zullende de Koning, Hun Hoog Mogende niet vergaderd zijnde, tot het doen van eene provisionele aanschrijving tot dat oogmerk, bevoegd zijn.

76. Het Nationaal Geregtshof heeft speciaal toezigt over de Geregtshoven en Regtbanken in het Koningrijk ; het kan derzelver Vonnissen en Handelingen, voor zoo verre deze met de Wetten, aangaande de administratie der Justitie, en de form van Regtspleging strijdig zijn, schorsen en vernietigen; hetzelve zal echter nimmer bevoegd zijn, zich in de beoordeeling der zaak zelve intelaten.

77. Aan het Nationaal Geregtshof valt hooger beroep van alle alle gewijsden in zaken, welke ter eerster instantie gediend hebben voor de Departementale Geregtshoven.

78. Het Nationaal Geregtshof verleent surcheance van betaling, Brieven van Sureté de Corps, en voorts zoodanige dispensatiën, als door de Wet aan hetzelve zullen worden opgedragen.

79. Met betrekking tot alles wat tot de Regterlijke Magt behoort, het getal en de organisatie van Geregtshoven en Regtbanken, het zij Burgerlijke, het zij Militaire, wordt aan den Koning overgelaten, om daaromtrent aan de Vergadering van Hun Hoog Mogende zoodanige veranderingen en verbeteringen voortedragen, als in vervolg van tijd wenschelijk zullen bevonden worden.