Pagina:Verzameling van Nederlandse staatsregelingen (1798-1815).djvu/135

Deze pagina is gevalideerd

19. De Souvereine Vorst is meerderjarig, als Zijn achttiende jaar vervuld is.

20. Ingevalle van minderjarigheid, staat de Souvereine Vorst onder de voogdij van personen uit het Vorstelijk Huis en eenige aanzienlijke inboorlingen van den Lande. Deze voogdij wordt vooraf beraamd door zijnen voorganger en de Staten Generaal.

21. Indien de schikking, betreffende de voogdij, door onvoorziene omstandigheden te voren niet mogt gemaakt zijn, wordt daarin door de Staten Generaal op dezelfde wijze, als in het vorig artikel, voorzien, met overleg, zoo veel mogelijk, van eenige der naaste bloedverwanten uit den Vorstelijk Huize.

22. Bij het overlijden van den Souvereinen Vorst vergaderen de Staten Generaal zonder eenige oproeping. De leden, welke zich, na verloop van acht dagen na den sterfdag, in de residentie bevinden, openen de buitengewone vergadering.

23. Gedurende de minderjarigheid van den Souvereinen Vorst wordt het regt der Souvereiniteit waargenomen door één Regent.

Deze Regent wordt door den Souvereinen Vorst en de Staten Generaal te voren benoemd. Op gelijke wijze mag worden vastgesteld de opvolging in het regentschap tot de meerderjarigheid van den Erfopvolger toe.

24. Wanneer door onvoorziene omstandigheden bij het leven van den Overleden Vorst geene schikking omtrent het regentschap zelve gemaakt is, wordt daarin door de Staten Generaal voorzien.

Ingevalle de bepaling omtrent de opvolging in het regentschap niet mogt gemaakt zijn, wordt die opvolger door den Regent en de Staten Generaal gezamenlijk benoemd.

25. De gemelde schikkingen omtrent een regentschap hebben mede plaats, ingevalle de Souvereine Vorst buiten staat geraakt de regering waartenemen.

Wanneer aan den Raad van State, zamengesteld uit de leden, daarin gewone zitting hebbende, en de hoofden der ministeriële departementen, na een naauwkeurig gemeenschappelijk onderzoek gebleken is, dat zulk een geval bestaat, roept dezelve Raad de Staten Generaal bijeen, ten einde daarin achtervolgens de vastgestelde bepalingen, gedurende het bestaande geval, te voorzien.

26. Wanneer de Erfprins in zoodanig geval meerderjarig is, zoo is Hij van regtswege Regent.

Indien Hij als dan nog minderjarig is, zal het souverein gezag, in dit en de andere gevallen, bij artikel 11 en 24 omschreven, worden uitgeoefend door den Raad van State, zamengesteld op dezelfde wijze, als bij artikel 25 is vermeld, tot dat daaromtrent door de Staten Generaal zal zijn voorzien.

27. Indien de Souvereine Vorst geene der schikkingen, bij artikel 9, 20, en 28 vermeld, met de Staten Generaal