Pagina:Verzameling van Nederlandse staatsregelingen (1798-1815).djvu/136

Deze pagina is gevalideerd

beraamd heeft, verklaren deze plegtiglijk, welk geval er bestaat, en voorzien daarin vervolgens op de gronden hier voren gelegd.

28. De Souvereine Vorst legt, bij het aannemen der regering, in de vergadering der Staten Generaal, den volgenden eed af:

« Ik zweer, dat Ik eerst en bovenal de grondwet van
« de Vereenigde Nederlanden zal onderhouden en
« handhaven, en dat Ik wijders de onafhankelijkheid
« van den Staat, de vrijheid en welvaart van deszelfs
« ingezetenen, met alle mijne krachten bevorderen
« zal.
 « Zoo waarlijk helpe mij God almagtig!"

29. Na het afleggen van den voormelden Eed wordt de Souvereine Vorst ingehuldigd bij de Staten Generaal met de volgende plegtige verklaring:

« Wij zweren, dat wij, krachtens de grondwet van
« dezen Staat, U hulden en ontvangen als Souvereinen
« Vorst der Vereenigde Nederlanden; dat wij Uwe
« hooge en souvereine regten zullen bewaren en on-
« derhouden, U getrouw en gedienstig zullen wezen
« in de bescherming van Uwen persoon en staat, en
« voorts alles doen, wat goede en getrouwe Staten
« Generaal schuldig zijn en behooren te doen.
 « Zoo waarlijk helpe ons God almagtig!"

30. De beëediging van den Souvereinen Vorst en de inhuldiging bij de Staten Generaal zullen plaats hebben in de stad Amsterdam, als de hoofdstad.

31. Na dat deze beëediging en inhuldiging door den Souvereinen Vorst zullen zijn ter kennis gebragt van de Staten der Provinciën of Landschappen, brengen deze aan Hem hunne hulde toe, in maniere als volgt:

« Wij zweren, dat wij U, den wettigen Souvereinen
« Vorst der Vereenigde Nederlanden, steeds gehouw
« en getrouw zullen zijn in de bescherming van Uwen
« persoon en staat; dat wij, achtervolgens de verplig-
« tingen ons bij de grondwet opgelegd, de bevelen
« door U ofte Uwentwege aan ons gegeven, zullen
« gehoorzamen; voorts alle Uwe dienaren en raden,
« in de nakoming van dezelve, zullen helpen en bij-
« staan, en wijders alles doen, wat getrouwe onder-
«zaten aan hunnen Souvereinen Vorst schuldig zijn en
« behooren te doen.
 « Zoo waarlijk helpe ons God almagtig!"

32. De Souvereine Vorst pleegt alle de daden van de Souvereine waardigheid, na de zaak in overweging te hebben gebragt bij den Raad van State.

Hij alleen beslist en geeft telkens van Zijn genomen besluit kennis aan den Raad.

Aan het hoofd der stukken wordt gesteld:

"De Souvereine Vorst der Vereenigde Nederlanden, den Raad van State gehoord," enz.

De leden van dezen Raad worden zoo veel mogelijk ge-