Pagina:Verzameling van Nederlandse staatsregelingen (1798-1815).djvu/137

Deze pagina is gevalideerd

kozen uit alle de Provinciën of Landschappen. De Souvereine Vorst benoemt dezelve ten getale van niet meer dan twaalf en ontslaat hen naar goedvinden. Zulks noodig oordeelende stelt Hij eenen Secretaris van Staat Vice-President van den Raad van State aan.

33. De Erfprins is van regtswege lid van den Raad van State, en neemt zitting in denzelven, wanneer Zijn achttiende jaar vervuld is.

Het staat den Souvereinen Vorst vrij aan de Prinsen van den Huize zitting in den Raad te verleenen. Het getal der gewone leden ondergaat daardoor geene vermindering.

34. De Souvereine Vorst benoemt (des verkiezende) buitengewone Staats-Raden in gelijken getale met de gewone, zonder tractement, en roept hen in den Raad of neemt hunne gedachten in buiten denzelven, naar Zijn goedvinden.

35. De Souvereine Vorst stelt ministeriële departementen in, benoemt derzelver hoofden en ontslaat die naar goedvinden. Hij roept, zulks geraden oordeelende, een of meer derzelver tot bijwoning der deliberatiën van den Raad van State. Hij vermag wijders eenen Raad van koophandel en van koloniën in te stellen.

36. De Souvereine Vorst heeft, bij uitsluiting, het opperbestuur over de koloniën en bezittingen van den Staat in andere werelddeelen.

37. De Souvereine Vorst verklaart Oorlog en maakt Vrede. Hij geeft daarvan kennis aan de Staten Generaal

38. Aan Hem alleen is, behoudens de kennisgeving daarvan aan de Staten Generaal, opgedragen het regt, om alle verbonden en verdragen te doen sluiten en te bekrachtigen; aan Hem behoort dienvolgens het bestuur der buitenlandsche betrekkingen mitsgaders het benoemen en herroepen van Gezanten en Consuls.

39. De Souvereine Vorst beschikt over de Vloten en Legers. Alle de militaire Officieren worden door Hem benoemd en, daartoe termen zijnde, op pensioen gesteld of, des noods, ontslagen.

40. De Souvereine Vorst heeft het opperbestuur der algemeene geldmiddelen. Hij regelt de tractementen van alle Kollegiën en Ambtenaren, welke uit 's Lands kasse betaald worden, en brengt dezelve op de begrooting der staatsbehoeften.

41. De Souvereine Vorst heeft het regt van de Munt en het opperbestuur over dezelve. Hij vermag Zijne beeldtenis op de Muntspeciën te doen stellen.

42. De Souvereine Vorst verheft in den adelstand. Al, wie door den Souvereinen Vorst in den adelstand verheven wordt, brengt het bewijs daarvan ter kennis van de Staten zijner Provincie of Landschap en deelt aanstonds in alle de