Pagina:Verzameling van Nederlandse staatsregelingen (1798-1815).djvu/138

Deze pagina is gevalideerd

voorregten daaraan verbonden, bijzonderlijk in de bevoegdheid om beschreven te worden in de ridderschap, mits voldoende aan de vereischten voor dezelve bepaald.

43. De Souvereine Vorst, eene Ridder-Orde willende instellen, draagt daaromtrent aan de Staten Generaal eene wet voor.

44. Vreemde orden, waaraan geene verpligtingen verbonden zijn, mogen aangenomen worden door den Souvereinen Vorst en de Prinsen van Zijn Huis.

In geen geval mogen de Ingezetenen vreemde orden aannemen, zonder een bijzonder verlof van den Souvereinen Vorst.

45. Insgelijks wordt tot het aannemen van vreemde titels, waardigheden en charges het bijzonder verlof van den Souvereinen Vorst vereischt. Het is geenen Nederlander geoorloofd in het vervolg vreemden adeldom aan te nemen.

46. De Souvereine Vorst heeft het regt om aan de Staten Generaal wetten voor te dragen en andere voorstellen te doen, alsmede om de voordragten door de Staten Generaal Hem gedaan al of niet goed te keuren.

De goedkeuring wordt op deze wijze uitgedrukt:

« De Souvereine Vorst bewilligt in het voorstel."

Ingevalle Hij meent het voorstel niet te kunnen goedkeuren, wordt zulks in dezer voege te kennen gegeven: « De Souvereine Vorst houdt het gedaan voorstel in overweging."

47. De Souvereine Vorst kondigt de wetten af bij het volgende formulier: « Wij enz.
« Souvereine Vorst der Vereenigde Nederlanden, den
« Raad van State gehoord, aan alle de genen, die deze
« zullen zien of hooren lezen, Salut: doen te weten:
« alzoo Wij in overweging genomen hebben, dat enz.

Hier de beweegredenen in te lasschen.

« Zoo is het dat Wij, met gemeen overleg van de Sta-
« ten Generaal dezer landen hebben goedgevonden en
« verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze,
« Dat enz.

De inhoud der wet.

« Gegeven enz.

48. De Souvereine Vorst beslist alle geschillen, welke tusschen twee of meer Provinciën of Landschappen zouden mogen ontstaan, wanneer Hij dezelve niet in der minne kan bijleggen.

49. De Souvereine Vorst verleent gratie, abolitie en remissie van straf, na ingenomen advies van den Hoogen Raad der Vereenigde Nederlanden.

50. Behalve de gevallen, waarin het regt van dispensatie aan den Souvereinen Vorst, bij de wet, zal worden toegekend, verleend Dezelve ook in zoodanige bijzondere gevallen, welke niet gevoegelijk uitstel kunnen lijden, wanneer de Staten Generaal niet vergaderd zijn, dispensatie van wetten, na ingenomen advies van den