Pagina:Verzameling van Nederlandse staatsregelingen (1798-1815).djvu/147

Deze pagina is gevalideerd
e. Bij criminele vonnissen, ten laste van eenen beschuldigden gewezen, moet de misdaad worden uitgedrukt.
f. Alle vonnissen moeten met opene deuren worden uitgesproken.

102. Er zal een opperste Geregtshof worden ingesteld onder den naam van Hoogen Raad der Vereenigde Nederlanden. Deszelfs leden worden, zoo veel mogelijk, uit alle de Provinciën of Landschappen genomen.

103. Van eene voorgevallene vacatare wordt door den Hoogen Raad aan de Staten Generaal kennis gegeven, die, ter vervulling van dezelve, eene nominatie van drie personen aan den Souvereinen Vorst aanbieden, ten einde daaruit eene keuze te doen. De Souvereine Vorst heeft de directe aanstelling van den Procureur-Generaal bij den Hoogen Raad.

104. De leden van de vergadering der Staten Generaal, de Hoofden der ministeriële departementen, de leden van den Raad van State, de Commissarissen van den Souvereinen Vorst in de Provinciën of Landschappen staan te regt voor den Hoogen Raad, wegens alle misdrijven in de waarneming hunner functiën begaan. Zij mogen echter deswege nimmer in regten betrokken worden, dan na dat door de vergadering van de Staten Generaal daartoe uitdrukkelijk verlof verleend zal zijn.

105. De Hooge Raad neemt ook kennis en beoordeelt alle commune delicten door gemelde personen, gedurende den tijd hunnee functiën, begaan, gelijk mede tot deszelfs cognitie behooren de misdrijven der leden van zoodanige andere hooge kollegiën en ambtenaren, als bij de wet nader zal worden bepaald.

106. De Hooge Raad oordeelt over alle actiën, waarin de Souvereine Vorst, de Leden van het Vorstelijk Huis, of de Staat, als gedaagden worden aangesproken.

107. De Hooge Raad heeft het toezigt op den geregelden loop en de afdoening der regtsgedingen; op de nakoming van de wetten, betreffende de administratie der Justitie en den vorm van regtspleging bij alle Hoven, Regtbanken en Regters, en kan derzelver handelingen, dispositiën en vonnissen, daarmede openlijk strijdig, vernietigen en buiten effect stellen, zonder zich nogtans in de beoordeeling der zaken intelaten.

108. Aan den Hoogen Raad valt beroep van alle gewijsden in civiele zaken, welke ter eerste instantie gediend hebben voor de Provinciale Hoven naar de bepalingen hiervan bij de wet te maken.

109. Er zal zijn in elke Provincie of Landschap één Geregtshof, ten ware bij de wet een Hof over meer dan eene Provincie of Landschap mogt worden gesteld. Van eene voorgevallene vacature wordt door het Hof kennis gegeven aan de Provinciale Staten, die, ter vervulling van dezelve, eene nominatie van drie personen