de Departementale Gerechtshoven en zulks achtervolgens hetgeen de Wet bij de algemeene wijze van Procederen dien aangaande zal hebben vastgesteld.
95. Hetzelve velt geene definitive Vonnissen, ten zij er ten minsten zeven Leden tegenwoordig zijn.
96. Hetzelve alleen verleent surcheance van betaling Brieven van Sureté du Corps, en voords zodanige dispen- satien als door het Wetgevend Ligchaam aan hetzelve zullen worden gedemandeerd, uitgezonderd het verleenen van Brieven van Venia Ætatis, welke, achtervolgens Art. 71. aan de Departementale Besturen is verbleven.
97. Er zal herziening of revisie der Vonnissen bij hetzelve gewezen, kunnen plaats hebben, uitgezonderd in Criminele Zaken, wanneer aan den Aanklager zijn eisch is ontzegd.
De Adjuncten Reviseurs zullen genomen worden uit de Departementale Gerechtshoven in welke gevallen al of niet herziening zal plaats hebben, benevens het getal der Adjunct Reviseurs en de generale orde op dit stuk wordt door de Wet bepaald.
98. De Publieke Aanklager of Procureur-Generaal bij het Nationale Gerechtshof, alsmede de Procureurs-Generaal bij de Departementale Gerechtshoven, worden door het Staats-bewind aangesteld, uit eene nominatie van drie Personen, te formeeren door het Nationaal Gerechtshof en de Departementale Besturen respectivelijk.
99. Behalven den gewonen Publieken Aanklager worden bij dit Gerechtshof aangesteld drie Nationale Procureurs of Syndici, voor de eerstemaal te benoemen op dezelfde wijze als omtrend de verkiezing der Leden van het Gerechtshof by Art. 89 is bepaald, dezelve zullen moeten zijn Meesters in de Rechten, en voords de vereischten bezitten bij Art. 29 voorgeschreven.
Deze drie Personen zullen te zamen uitmaken het Nationaal Syndicaat. — Ingeval van vacature zal door het Nationaal Gerechtshof eene nominatie worden gemaakt van drie Persoonen, uit welk de keuze van een nieuw Lid door het Wetgevend Ligchaam zal geschieden.
Het Nationaal Syndicaat surveilleert alle Collegien en Magistraten, Nationale en Departementale of mindere Geconstitueerde Autoriteiten. Rechtbanken of Ambtenaren, en ziet toe of dezelve ook iets verrigten, strijdig met de Constitutie ofvastgestelde Wetten, en neemt alle klagten deswegens aan om op dezelve te inquireeren. Zo er reden van beschuldiging door hetzelve wordt geoordeeld te zijn, institueert hetzelve zijne aanklagt, bepleit dezelve voor het Nationaal Gerechtshof, hetwelk uitspraak doet zonder hooger beroep, ingeval van vrijspraak ; doch bij condemnatie wordt op begeerte van den Aangeklaagden, het Vonnis gerevideerd door het Nationaal Gerechtshof met adjunctie van vier Leden uit de Gerechtshoven door den Gecondemneerden zelf te benoemen. De Aangeklaagden kunnen hunne zaak laten verdeedigen, zo ter eer-