Pagina:Wetboek op de regterlijke instellingen en regtspleging in het koningrijk Holland (1809).pdf/11

Deze pagina is proefgelezen
18. De vierſchaar van Zierikzee, reſiderende in die ſtad, bevattende de resſorten Zierikzee en Tholen als voren.
19. De vierſchaar van Bergen op Zoom, reſiderende in die ſtad, met haar resſort als voren.
20. De vierſchaar van den Bosch, reſiderende in die ſtad, met haar resſort als voren.
21. De vierſchaar van Breda, reſiderende in die ſtad, met haar resſort als voren.
22. De vierſchaar van Grave, reſiderende in die ſtad, met haar resſort als voren.
23. De vierſchaar van Nijmegen, reſiderende in die ſtad, met haar resſort als voren, en daaronder mede Hulhuizen, Huifen en Malburgen.
24. De vierſchaar van Thiel, reſiderende in die ſtad, en bevattende de resſorten Thiel en Zaltbommel, als voren.
25. De vierſchaar van Arnhem, reſiderende in die ſtad, met haar resſort als voren, en daaronder mede Nieuwe Graaf, de Pleij, de Kleefſche Waard en de Kleefſche Pleij.
26. De vierſchaar van Zutphen, reſiderende in die ſtad, met haar resſort als voren, en daaronder mede Oud- en Nieuw Zevenaar, Groesſe, Duivens, 't Loo, Loowaard en Candia.
27. De vierſchaar van Utrecht, reſiderende in die ſtad, en bevattende het eerſte kwartier van het departement lande van Utrecht, zoodanig als dit bij het reglement van den 29ſten van grasmaand 1807, en decreet van den 30ſten van lentemaand 1808, is bepaald.
28. De vierſchaar van Amersfoort, reſiderende in die ſtad,en bevattende het tweede kwartier van hetzelve departement als voren.
29. De vierſchaar van Deventer, reſiderende in die ſtad, en bevattende het tweede kartier van het departement Overijsſel als voren.
30. De vierſchaar van Zwolle, reſiderende in die ſtad, en bevattende het derde kwartier van hetzelve departement als voren.
31. De vierſchaar van Almelo, reſiderende aldaar, en bevattende het eerſte kwartier van hetzelve departement als voren.