Pagina:Wetboek op de regterlijke instellingen en regtspleging in het koningrijk Holland (1809).pdf/281

Deze pagina is niet proefgelezen

IIL ARTI DERDE

HOOFDST.

Van den prefident , den raad en de wijze van delibereren · 245 Van de rolle en commisfarisfen tot dezelve · • 274

VIERDE

Van andere Commisfiën

VIJFDE

·

• 283

ZESDE

Vande procureurs des Konings 288

ZEVENDE ACHTSTE

Van de grifiers enfecretarisfen 322 339 Van de practizijns •

NEGENDE

Van fuppcosten en bedienden 351

TIENDE

Van de gevangen- , gijzeltucht- en verbeterhuizen


HOOFDST. Regtsmagt en verdere regten en pligten der vierfcharen 363 Pligten der bijzondere leden . 382 TWEEDE

EERSTE

DERDE

Van den prefident , het collegie en wijze van delibereren 391 Van de rolle en commisfiên • 415

VIERDE

Van de procureurs desKonings. 424 440 Van de fecretarisfen · · 453 Van de practizijns

VIJFDE ZESDE ZEVENDE

462 Vanfuppoosten en bedienden Van de gevangen- , gijzel- , 465 tucht- en verbeterhuizen .

ACHTSTE

NEGENDE