Pagina:Wetboek van strafrecht Suriname.pdf/104

Deze pagina is proefgelezen

kentekenen, die aanduiden of de indruk kunnen wekken, dat zijn optreden is bevorderd dan wel de steun of erkenning geniet vanwege Suriname, een buitenlandse mogendheid of vanwege een volkenrechtelijke organisatie wordt gestraft met een hechtenis van ten hoogste een maand of geldboete van ten hoogste driehonderd gulden.

Artikel 510 [1]

De bestuurder of commissaris van een naamloze vennootschap of een ander in haar dienst, die in strijd handelt met enig wettelijk voorschrift betreffende de vermelding van de naam, de plaats van vestiging of het kapitaal der vennootschap, wordt gestraft met geldboete van ten hoogste honderd gulden.

Artikel 511 [2]

De bestuurder van een naamloze vennootschap, die niet voldoet aan enige hem bij artikel 54 van het Surinaams Wetboek van Koophandel opgelegde verplichting betreffende het register van aandeelhouders, wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste drie maanden of geldboete van ten hoogste zeshonderd gulden.

Artikel 512 [3]

De bestuurder van een naamloze vennootschap, die niet voldoet aan enige hem bij het Surinaams Wetboek van Koophandel opgelegde verplichting betreffende de openbaarmaking van enig besluit van aandeelhouders, het opmaken van de balans en de winst- en verliesrekening met toelichting, de openbaarmaking of nederlegging ter inzage van enig stuk, of de aankondiging van dergelijke nederlegging, wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste drie maanden of geldboete van ten hoogste zeshonderd gulden.

Artikel 513

Hij die niet toegelaten tot de uitoefening van een beroep waartoe bij wet een toelating wordt gevorderd, buiten noodzaak dat beroep uitoefent, wordt gestraft met geldboete van ten hoogste drie honderd gulden.

Hij die, toegelaten tot de uitoefening van een beroep waartoe bij wet een toelating wordt gevorderd, buiten noodzaak in de uitoefening van dat beroep de grenzen zijner bevoegdheid overschrijdt, wordt gestraft met geldboete van ten hoogste honderd vijftig gulden.

Indien tijdens het plegen van de overtreding nog geen twee jaren zijn verlopen, sedert een vroegere veroordeling van de schuldige wegens gelijke overtreding onherroepelijk is geworden, kan, in plaats van de geldboete, in het geval van het eerste lid, hechtenis van ten hoogste twee maanden, in het geval van het tweede lid, hechtenis van ten hoogste een maand worden opgelegd.

Artikel 514 [4]

Met hechtenis van ten hoogste veertien dagen of geldboete van ten hoogste drie honderd gulden wordt gestraft de goud- of zilversmid, kashouder, horlogemaker, rijwielhandelaar, uitdrager, opkoper of tagrijn:

  1. Ingev. bij G.B. 1936 no. 115; Gew. en vernummerd bij G.B. 1938 no. 39.
  2. Ingev. bij G.B. 1936 no. 115; Gew. en vernummerd bij G.B. 1938 no. 39.
  3. Ingev. bij G.B. 1936 no. 115; Gew. en vernummerd bij G.B. 1938 no. 39.
  4. Gew. bij G.B. 1921 no. 75. G.B. 1940 no. 166. S.B. 1984 no. 17.