Pagina:Wetboek van strafrecht Suriname.pdf/106

Deze pagina is proefgelezen

Hij die van opkopen een beroep of een gewoonte maakt zonder daarvan tevoren de Districts-Commissaris of een door deze aangewezen ambtenaar schriftelijk in kennis te hebben gesteld, wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste drie maanden of geldboete van ten hoogste twee duizend gulden.

Artikel 517 [1]

Hij die er zijn beroep van maakt aan personen nachtverblijf te verschaffen en geen doorlopend register houdt, of nalaat in dat register aan te tekenen of te doen aantekenen de namen, beroep of betrekking, woonplaats, dag van aankomst en van vertrek van de personen die een nacht in zijn huis hebben doorgebracht, of die nalaat dat register op aanvrage te vertonen, aan de Districts-Commissaris of aan de door deze aangewezen ambtenaar, wordt gestraft met geldboete van ten hoogste vijf en twintig gulden.

Indien tijdens het plegen van de overtreding nog geen twee jaren zijn verlopen, sedert een vroegere veroordeling van de schuldige wegens gelijke overtreding onherroepelijk is geworden, kan, inplaats van de geldboete, hechtenis van ten hoogste zes dagen worden opgelegd.

Artikel 518 [2]

Met hechtenis van ten hoogste een maand of geldboete van ten hoogste honderd vijftig gulden wordt gestraft:

1o. hij die van een krijgsman beneden de rang van officier goederen behorende tot de kleding, uitrusting of wapening koopt, inruilt, als geschenk aanneemt, in pand, gebruik of bewaring neemt, of zodanige goederen voor een krijgsman beneden de rang van officier verkoopt, ruilt, ten geschenke, in pand, gebruik of bewaring geeft, zonder schriftelijke vergunning door of van wege de bevelvoerende officier afgegeven;
2o. hij die, een gewoonte makende van het kopen van zodanige goederen, de bij staatsbesluit gegeven voorschriften omtrent het daarvan te houden register niet naleeft.

Indien tijdens het plegen van de overtreding nog geen twee jaren zijn verlopen, sedert een vroegere veroordeling van de schuldige wegens een dezer overtredingen onherroepelijk is geworden, kunnen de straffen worden verdubbeld.

Artikel 519 [3]

Hij die drukwerken of stukken metaal in een vorm die ze op munt- of bankbiljetten, op muntspecien, op van staatsmerken voorziene gouden of zilveren werken of op postzegels doet gelijken, vervaardigt, verspreidt of ter verspreiding in voorraad heeft, wordt gestraft met geldboete van ten hoogste driehonderd gulden.

De voorwerpen waarmede de overtreding plaats heeft, kunnen worden verbeurd verklaard.

Artikel 520 [4]

Met hechtenis van ten hoogste drie maanden of geldboete van ten hoogste duizend gulden wordt gestraft hij die de inhoud van hetgeen door middel van een onder zijn beheer staand of door hem gebruikt ontvangtoestel voor draadloze telegrafie of telefonie is opgevangen en, naar hij redelijkerwijs moet vermoeden, niet voor hem of voor het publiek bestemd is, hetzij aan een

  1. Gew. bij G.B. 1936 no. 115. S.B. 1984 no. 17.
  2. Gew. bij G.B. 1936 no. 115.
  3. Gew. bij G.B. 1926 no. 56. G.B. 1931 no. 87. S.B. 1984 no. 17.
  4. Ingev. bij G.B. 1923 no. 79.