Pagina:Wetboek van strafrecht Suriname.pdf/109

Deze pagina is proefgelezen

Artikel 531 [1]

Met hechtenis van ten hoogste een maand of geldboete van ten hoogste honderd gulden wordt gestraft:

1o. hij die in het openbaar of op een van de openbare weg zichtbare plaats ongekleed of niet voldoende gekleed verschijnt;
2o. hij die in het openbaar voor de eerbaarheid aanstotelijke woorden uit;
3o. hij die op een van de openbare weg zichtbare plaats voor de eerbaarheid aanstotelijke woorden of tekeningen stelt.

De terreinen en fabrieken op de plantages en gronden worden als openbare plaatsen beschouwd.

Artikel 532 [2]

Met hechtenis van ten hoogste twee maanden of geldboete van ten hoogste tweehonderd gulden wordt gestraft: 1o. hij die op of aan plaatsen, voor openbaar verkeer bestemd, enig geschrift, waarvan de leesbaar gestelde titel, omslag of inhoud geschikt is om de zinnelijkheid van de jeugd te prikkelen, of enige afbeelding of enig voorwerp, geschikt om de zinnelijkheid van de jeugd te prikkelen, openlijk ten toon stelt, aanbiedt of aanslaat;

2o. hij die op of aan plaatsen, voor openbaar verkeer bestemd, de inhoud van enig geschrift, geschikt om de zinnelijkheid van de jeugd te prikkelen, openlijk ten gehore brengt.

Met dezelfde straf wordt gestraft:

1o. hij die enig geschrift, enige afbeelding of enig voorwerp, geschikt om de zinnelijkheid van de jeugd te prikkelen, aan een minderjarige beneden de zestien jaren aanbiedt, blijvend of tijdelijk afstaat, in handen geeft of vertoont;
2o. hij die de inhoud van een zodanig geschrift in tegenwoordigheid van een minderjarige beneden de zestien jaren ten gehore brengt.
  1. Gew. bij G.B. 1960 no. 120.
  2. Ingev. bij G.B. 1915 no. 75; Gew, bij G.B. 1938 no. 36.