Pagina:Wetboek van strafrecht Suriname.pdf/18

Deze pagina is proefgelezen

gemaakt of gedurende die proeftijd hetzij een bijzondere voorwaarde, welke bij het bevel mocht zijn gesteld, niet heeft nageleefd, hetzij is gebleken onvoorwaardelijk opvoeding van regeringswege te behoeven.

2. De artikelen 18-28 zijn van overeenkomstige toepassing, met dien verstande:

1°, dat de rechter, indien hij bijzondere voorwaarden stelt, steeds tevens een opdracht tot het verlenen van hulp en steun, als bedoeld bij artikel 20, geeft;

2°, dat de betekeningen, bedoeld in de artikelen 21 en 27, laatste lid, bovendien geschieden aan de wettelijke vertegenwoordigers dan wel verzorgers, alsmede aan de raadsman, zo deze is gekozen, van de minderjarige verdachte die de leeftijd van zestien jaren nog niet heeft bereikt;

3°, dat, indien de minderjarige de leeftijd van zestien jaren nog niet heeft bereikt, alle verzoeken worden gedaan of gewijzigd en alle bevoegdheden worden uitgeoefend door degene, die de ouderlijke macht uitoefent, door de voogd of de verzorger, en zulks met uitsluiting van de minderjarige zelve;

4°, dat tot bijwoning van het onderzoek, bedoeld in artikel 25, derde lid, ook de ouders, de voogd of de verzorger van de minderjarige, onder betekening van de vordering of conclusie, worden opgeroepen;

5°, dat de last tot tenuitvoerlegging op grond dat de voorwaardelijk ter beschikking van de Staat gestelde persoon is gebleken onvoorwaardelijk opvoeding van staatswege te behoeven, wordt gegeven met overeenkomstige toepassing van de bepalingen geldende met betrekking tot de tenuitvoerlegging op grond van het niet naleven van een bijzondere voorwaarde.

Artikel 61 [1]

1. Bij het bevel, dat de schuldige aan een misdrijf, waarop als maximum een gevangenisstraf van drie jaren of meer is gesteld, ter beschikking van de Staat zal worden gesteld, kan, in het geval van artikel 58 en met inachtneming van artikel 59, de rechter de schuldige tevens veroordelen tot gevangenisstraf.

2. De ingevolge dit artikel opgelegde gevangenisstraf wordt niet ten uitvoer gelegd vóór de dag, waarop de voorziening van staatswege in de opvoeding van de schuldige onvoorwaardelijk eindigt.

Artikel 62 [2]

1. De tenuitvoerlegging van de ingevolge het vorige artikel opgelegde gevangenisstraf kan worden opgeschort bij een beschikking van de Procureur-Generaal.

2. Deze beschikking kan te allen tijde door de Procureur-Generaal worden herroepen, ingeval de veroordeelde zich slecht gedraagt of in strijd handelt met de in zijn verlofpas uitgedrukte voorwaarden.

3. De gevangenisstraf wordt geacht te zijn ondergaan door het verloop van haar duur sedert de dag van de beschikking tot opschorting van de tenuitvoerlegging en in elk geval op de dag waarop de veroordeelde de leeftijd van vijf en twintig jaren heeft bereikt, tenzij inmiddels deze beschikking is herroepen.

  1. Gew, bij G.B. 1917 no. 67. G.B. 1945 no. 108.
  2. Gew, bij G.B. 1917 no. 67. G.B. 1945 no. 108.