Pagina:Wetboek van strafrecht Suriname.pdf/25

Deze pagina is proefgelezen

De klachte kan slechts worden ingediend gedurende drie maanden nadat de tot klachte gerechtigde kennis heeft bekomen van het gepleegde feit, indien hij binnen Suriname, of gedurende negen maanden nadat hij daarvan kennis heeft bekomen, indien hij buiten Suriname verblijf houdt.

Artikel 92

Hij die de klachte indient, blijft gedurende een maand na de dag der indiening bevoegd haar in te trekken.

Artikel 93 [1]

Indien met betrekking tot een misdrijf van belediging, alleen op klachte vervolgbaar, een klachte niet wordt ingediend, kan de Procureur-Generaal, indien hij vervolging wenselijk acht op gronden aan het algemeen belang ontleend, zowel gedurende als na afloop van de termijn, voor het indienen van de klachte gesteld, de tot klachte gerechtigde kennis geven, dat tot strafvervolging zal worden overgegaan, tenzij van hem binnen een maand na ontvangst van de kennisgeving, of indien hij zich bij die ontvangst buiten Suriname bevindt binnen drie maanden, bericht inkomt, dat zijnerzijds tegen een strafvervolging bezwaar bestaat. Een bericht van bezwaar kan gedurende een maand na de dag van inkomen worden ingetrokken. Het niet inkomen van een bericht van bezwaar vervangt de klachte.

Indien meerdere personen tot klachte gerechtigd zijn, geschiedt aan ieder van hen een kennisgeving. Een strafvervolging, buiten klachte, is uitgesloten, indien twee of meer hunner bericht van bezwaar zenden.

 

TITEL VIII
VERVAL VAN HET RECHT TOT STRAFVORDERING EN VAN DE STRAF

Artikel 94 [2]

Behoudens de gevallen waarin rechterlijke uitspraken voor herziening vatbaar zijn, kan niemand andermaal worden vervolgd wegens het feit waarover te zijnen aanzien bij gewijsde van de Surinaamse rechter onherroepelijk is beslist.

Is het gewijsde afkomstig van een andere rechter, dan heeft tegen dezelfde persoon wegens hetzelfde feit geen vervolging plaats in geval van:

1o, vrijspraak of ontslag van rechtsvervolging;

2o, veroordeling gevolgd door gehele uitvoering, gratie of verjaring der straf.

Artikel 95

Het recht tot strafvordering vervalt door de dood van de verdachte.

Artikel 96 [3]

Het recht tot strafvordering vervalt door verjaring:

1o, in twee jaren voor alle overtredingen;

2o, in zes jaren voor de misdrijven waarop geldboete, hechtenis of gevangenisstraf van niet meer dan drie jaren is gesteld;

3o, in twaalf jaren voor de misdrijven waarop tijdelijke gevangenisstraf van meer dan drie

  1. Ingev, bij G.B. 1939 no. 50.
  2. Gew, bij G.B. 1939 no. 67. S.B. 1984 no. 17.
  3. Gew, bij G.B. 1938 no. 37. G.B. 1945 no. 108. S.B. 2004 no. 105.