Pagina:Wetboek van strafrecht Suriname.pdf/34

Deze pagina is proefgelezen

Artikel 135a[1]

STOFFELIJKE STEUN AAN OMWENTELING

Met gevangenisstraf van ten hoogste tien jaren wordt gestraft:

1º. hij die enig voorwerp invoert, dat geschikt is tot het verschaffen van stoffelijke steun

aan het voorbereiden, bevorderen of teweegbrengen van omwenteling, indien hij weet of ernstige redenen heeft om te vermoeden, dat het daartoe bestemd is;

2º. hij die enig voorwerp onder zich heeft of tot onderwerp ener overeenkomst maakt, dat

geschikt is tot het verschaffen van stoffelijke steun aan het voorbereiden, bevorderen of teweegbrengen van omwenteling, indien hij weet of ernstige redenen heeft om te vermoeden, dat het daartoe bestemd is en dat het voorwerp of enig ander voorwerp, waarvoor het in de plaats is getreden, hetzij met die bestemming is ingevoerd, hetzij door of vanwege een in het buitenland gevestigd persoon of lichaam daartoe bestemd is.

De voorwerpen waarmede of met betrekking tot welke de in het voorgaande lid omschreven misdrijven zijn begaan, kunnen worden verbeurd verklaard.

Artikel 136

Hij die opzettelijk bescheiden, berichten of inlichtingen omtrent enige zaak waarvan hij weet dat de geheimhouding door het belang van de staat wordt geboden, hetzij openbaar maakt, hetzij aan een buitenlandse mogendheid mededeelt of in handen speelt, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste zes jaren.

Artikel 137[2]

Hij die een hem van regeringswege opgedragen onderhandeling met een buitenlandse mogendheid opzettelijk ten nadele van de staat voert, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste vijftien jaren.

Artikel 138[3]

Met gevangenisstraf van ten hoogste tien jaren wordt gestraft:

1º. hij die, in geval van oorlog waarin Suriname niet betrokken is, opzettelijk enige

handeling verricht, waardoor het gevaar ontstaat, dat de Staat in een oorlog wordt betrokken of enig van regeringswege gegeven en bekend gemaakt bijzonder voorschrift tot handhaving van het niet deelnemen aan een oorlog opzettelijk overtreedt;

2º. hij die, in tijd van oorlog enig voorschrift van regeringswege in het belang van de

veiligheid van de staat gegeven en bekend gemaakt, opzettelijk overtreedt.

Artikel 139[4]

De Surinamer die in het vooruitzicht van een oorlog met een buitenlandse mogendheid vrijwillig bij deze mogendheid in krijgsdienst treedt, wordt, indien de oorlog uitbreekt, gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste vijftien jaren.

Artikel 140[5]

Met de doodstraf, levenslange gevangenisstraf of tijdelijke van ten hoogste twintig jaren

  1. Ingev. bij S.B. 1984 no. 17.
  2. Gew. bij S.B. 1984 no. 17.
  3. Gew. bij G.B. 1940 no. 4, S.B. 1984 no. 17.
  4. Gew. bij S.B. 1984 no. 17.
  5. Gew. bij G.B. 1943 no. 122.