Pagina:Wetboek van strafrecht Suriname.pdf/35

Deze pagina is proefgelezen

wordt gestraft hij die opzettelijk, in tijd van oorlog, de vijand hulp verleent of de staat tegenover de vijand benadeelt, dan wel opzettelijk in tijd van oorlog enige handeling verricht of een verzuim begaat waardoor de oorlogvoering van de kant van de staat of zijn bondgenoten, wordt gehinderd, belemmerd of geschaad.

Met dezelfde straf wordt gestraft:

a, hij die schuldig wordt bevonden aan poging tot en medeplichtigheid aan een der in het eerste lid van dit artikel genoemde misdrijven;
b, hij die aangetroffen wordt in het bezit van middelen, voorwerpen of stoffen die kennelijk bestemd zijn tot of gericht zijn op het teweegbrengen van het plegen van enig misdrijf genoemd in het eerste lid en in het tweede lid, sub a, van dit artikel.

Artikel 141[1]

De samenspanning tot een der in artikel 140 omschreven misdrijven wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste tien jaren.

Artikel 142[2]

Met gevangenisstraf van ten hoogste zes jaren wordt gestraft hij die, in tijd van oorlog, zonder oogmerk om de vijand hulp te verlenen of de staat tegenover de vijand te benadelen, opzettelijk:

1o, een verspieder des vijands opneemt, verbergt of voorthelpt;
2o, desertie van een krijgsman, in dienst van de Staat Suriname, teweegbrengt of bevordert.

Artikel 143[3]

Hij die in tijd van oorlog enige bedriegelijke handeling pleegt bij levering van benodigdheden ten dienste van de krijgsmacht, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste twaalf jaren.

Met dezelfde straf wordt gestraft hij die, met het opzicht over de levering der goederen belast, de bedriegelijke handeling opzettelijk toelaat.

Artikel 144

Bij veroordeling wegens een der in de artikelen 128 en 129 omschreven misdrijven, kan ontzetting van de in artikel 46 No. 1-4 vermelde rechten worden uitgesproken.

Bij veroordeling wegens een der in de artikelen 130-141 omschreven misdrijven, kan ontzetting van de in artikel 46 No. 1-3 vermelde rechten worden uitgesproken.

Bij veroordeling wegens het in artikel 143 omschreven misdrijf, kan de schuldige worden ontzet van de uitoefening van het beroep waarin hij het misdrijf begaan heeft en van de in artikel 46 No. 1-4 vermelde rechten, en kan openbaarmaking van de rechterlijke uitspraak worden gelast.

Artikel 145

De straffen gesteld op de in de artikelen 140-143 omschreven feiten, zijn toepasselijk indien een dier feiten wordt gepleegd tegen of met betrekking tot de bondgenoten van de staat in een gemeenschappelijke oorlog.

  1. Gew, bij S.B. 1984 no. 17.
  2. Gew, bij S.B. 1984 no. 17.
  3. Gew, bij S.B. 1984 no. 17.