Pagina:Wetboek van strafrecht Suriname.pdf/66

Deze pagina is proefgelezen

Hij die ontucht pleegt met zijn minderjarig kind, stiefkind of pleegkind, zijn pupil, een aan zijn zorg, opleiding of waakzaamheid toevertrouwde minderjarige of zijn minderjarige bediende of ondergeschikte, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste zes jaren.

Met dezelfde straf wordt gestraft:

1o. de ambtenaar die ontucht pleegt met een persoon aan zijn gezag onderworpen of aan zijn waakzaamheid toevertrouwd of aanbevolen;
2o. de bestuurder, geneeskundige, onderwijzer, beambte, opzichter of bediende in een gevangenis, opvoedingsgesticht, weeshuis, ziekenhuis, krankzinnigengesticht of instelling van weldadigheid, die ontucht pleegt met een persoon daarin opgenomen.

Artikel 305 [1]

Wordt gestraft:

1o. met gevangenisstraf van ten hoogste vier jaren, hij die het plegen van ontucht door zijn minderjarig kind, stiefkind of pleegkind, zijn pupil, een aan zijn zorg, opleiding of waakzaamheid toevertrouwde minderjarige of zijn minderjarige bediende of ondergeschikte met een derde opzettelijk teweegbrengt of bevordert;
2o. met gevangenisstraf van ten hoogste drie jaren, hij die, buiten de gevallen genoemd onder 1o., het plegen van ontucht door een minderjarige wiens minderjarigheid hij kent of redelijkerwijs moet vermoeden, met een derde opzettelijk teweegbrengt of bevordert.

Indien de schuldige van het plegen van het misdrijf een beroep of gewoonte maakt, kunnen de straffen met een derde worden verhoogd.

Artikel 306 [2]

Hij die van het opzettelijk teweegbrengen of bevorderen van ontucht door anderen met derden een beroep of een gewoonte maakt, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste een jaar of geldboete van ten hoogste duizend gulden.

Artikel 307 [3]

Vrouwenhandel en handel in minderjarigen van het mannelijk geslacht wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste vijf jaren.

Artikel 308 [4]

Bij veroordeling wegens een der in de artikelen 290, 295-300 en 302-307 omschreven misdrijven, kan ontzetting van de in artikel 46 No. 1-4 vermelde rechten worden uitgesproken. Indien de schuldige aan een der misdrijven, in de artikelen 302-307 omschreven, het misdrijf in zijn beroep begaat, kan hij van de uitoefening van dat beroep worden ontzet.

Artikel 309 [5]

Hij die opzettelijk een vrouw in behandeling neemt of een behandeling doet ondergaan, te kennen gevende of de verwachting opwekkende, dat daardoor zwangerschap kan worden verstoord, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste drie jaren of geldboete van ten hoogste drieduizend gulden.

  1. Gew. bij G.B. 1915 no. 75, G.B. 1938 no. 36.
  2. Ingev. bij G.B. 1915 no. 75.
  3. Ingev. bij G.B. 1915 no. 75; Gew. bij G.B. 1928 no. 58.
  4. Gew. bij G.B. 1915 no.75, G.B. 1972 no. 62.
  5. Ingev. bij G.B. 1915 no. 75.