Pagina:Wetboek van strafrecht Suriname.pdf/68

Deze pagina is proefgelezen

een onderneming daartoe deelneemt, onverschillig of het gebruik maken van die gelegenheid al dan niet van enige voorwaarde of van de inachtneming van enige vorm afhankelijk is gesteld;

3o. het deelnemen aan hazardspel als bedrijf uitoefent.

Indien de schuldige het misdrijf in zijn beroep begaat, kan hij van de uitoefening van dat beroep worden ontzet.

Onder hazardspel wordt verstaan elk spel, waarbij in het algemeen de kans op winst van het toeval afhangt, ook wanneer die kans toeneemt met de meerdere geoefendheid of de grotere behendigheid van de speler. Daaronder worden begrepen alle kansovereenkomsten over de uitslag van wedstrijden of verdere spelen, welke niet tussen hen die daaraan deelnemen zijn gesloten, zomede alle weddenschappen. Daaronder worden niet begrepen loterijen naar de daarvan bij het eerste lid van artikel 1 der Loterijwet 1939 gegeven omschrijving.

TITEL XV
VERLATING VAN HULPBEHOEVENDEN

Artikel 314

Hij die opzettelijk iemand tot wiens onderhoud, verpleging of verzorging hij krachtens een wet of een overeenkomst verplicht is, in een hulpeloze toestand brengt of laat, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste twee jaren of geldboete van ten hoogste drie honderd gulden.

Artikel 314a [1]

Hij die, onherroepelijk geworden rechterlijke uitspraak veroordeeld zijnde om aan iemand onderhoud te verschaffen of om een bepaald bedrag te betalen voor het onderhoud en de opvoeding van een minderjarig kind, hiermede opzettelijk geheel of gedeeltelijk gedurende een tijdsverloop van tenminste twee maanden in gebreke is gebleven, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste een jaar of geldboete van ten hoogste duizend gulden.

Artikel 314b [2]

Hij, aan wiens schuld te wijten is, dat hij, bij onherroepelijk geworden rechterlijke uitspraak veroordeeld zijnde om aan iemand onderhoud te verschaffen of om een bepaald bedrag te betalen voor het onderhoud en de opvoeding van een minderjarig kind, hiermede geheel of gedeeltelijk gedurende een tijdsverloop van tenminste twee maanden in gebreke is gebleven, wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste zes maanden of geldboete van ten hoogste vijfhonderd gulden.

Artikel 315

Hij die een kind beneden de leeftijd van zeven jaren te vondeling legt, of, met het oogmerk om er zich van te ontdoen, verlaat, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste vier jaren en zes maanden.

Artikel 316

Indien een der in de artikelen 314 en 315 omschreven feiten zwaar lichamelijk letsel ten gevolge heeft, wordt de schuldige gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste zeven jaren en zes maanden.

Indien een dezer feiten de dood ten gevolge heeft, wordt hij gestraft met gevangenisstraf

  1. Ingev. bij G.B. 1957 no. 42.
  2. Ingev. bij G.B. 1957 no. 42.