Pagina:Wetboek van strafrecht Suriname.pdf/79

Deze pagina is proefgelezen

gepleegd, is de strafvervolging tegen die dader of die medeplichtige uitgesloten.

Indien hij zijn van tafel en bed of van goederen gescheiden echtgenoot is of zijn bloed- en aanverwant, hetzij in de rechte linie, hetzij in de tweede graad der zijlinie, heeft de vervolging, voor zover hem betreft, alleen plaats op een tegen hem gerichte klachte van degene tegen wie het misdrijf is gepleegd.


TITEL XXIII
AFPERSING EN AFDREIGING

Artikel 377

Hij die, met het oogmerk om zich of een ander wederrechtelijk te bevoordelen, door geweld of bedreiging met geweld iemand dwingt hetzij tot de afgifte van enig goed, dat geheel of ten dele aan deze of aan een derde toebehoort, hetzij tot het aangaan van een schuld of het tenietdoen van een inschuld, wordt, als schuldig aan afpersing, gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste negen jaren.

De bepalingen van het tweede of derde lid van artikel 372 zijn op dit misdrijf van toepassing.

Artikel 378

Hij die, met het oogmerk om zich of een ander wederrechtelijk te bevoordelen, door bedreiging hetzij met smaad, smaadschrift of openbaring van een geheim hetzij met klachte of aangifte van een strafbaar feit bij de overheid, iemand dwingt hetzij tot de afgifte van enig goed, dat geheel of ten dele aan deze of aan een derde toebehoort, hetzij tot het aangaan van een schuld of het tenietdoen van een inschuld, wordt, als schuldig aan afdreiging, gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste drie jaren. Dit misdrijf wordt niet vervolgd dan op klachte van hem tegen wie het gepleegd is.

Artikel 379

De bepaling van artikel 376 is op de in deze Titel omschreven misdrijven van toepassing.

Artikel 380

Bij veroordeling wegens een der in deze Titel omschreven misdrijven, kan ontzetting van de in artikel 46 No. 1-4 vermelde rechten worden uitgesproken.


TITEL XXIV
VERDUISTERING

Artikel 381

Hij die opzettelijk enig goed dat geheel of ten dele aan een ander toebehoort en dat hij anders dan door misdrijf onder zich heeft, wederrechtelijk zich toeëigent, wordt, als schuldig aan verduistering, gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste drie jaren of geldboete van ten hoogste zestig gulden.

Artikel 382

Verduistering gepleegd door hem die het goed uit hoofde van zijn persoonlijke dienstbetrekking of van zijn beroep, of tegen geldelijke vergoeding onder zich heeft, wordt