Pagina:Wetboek van strafrecht Suriname.pdf/87

Deze pagina is proefgelezen

waterkering of waterlozing, gas-, of waterleidingen of riolen, voor zover deze werken, leidingen of riolen ten algemene nutte gebezigd worden, opzettelijk en wederrechtelijk vernielt, beschadigt of onbruikbaar maakt, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste drie jaren.

Artikel 417

Hij aan wiens schuld te wijten is dat enig in het vorig artikel bedoeld werk, leiding of riool vernield, beschadigd of onbruikbaar gemaakt wordt, wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste een maand of geldboete van ten hoogste honderd gulden.

Artikel 418 [1]

Hij die opzettelijk en wederrechtelijk enig gebouw, vaartuig of luchtvaartuig dat geheel of ten dele aan een ander toebehoort, vernielt of onbruikbaar maakt, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste vier jaren.

Artikel 419

De bepaling van artikel 376 is op de in deze Titel omschreven misdrijven van toepassing.

Artikel 420

Indien een der in deze Titel omschreven misdrijven door twee of meer verenigde personen gepleegd wordt, kan de straf met een derde worden verhoogd.


TITEL XXVIII
AMBTSMISDRIJVEN

Artikel 421

De bevelhebber der gewapende macht die weigert of opzettelijk nalaat, op de wettige vordering van het bevoegde burgerlijk gezag, de onder zijn bevel staande macht aan te wenden, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste drie jaren.

Artikel 422

De ambtenaar die opzettelijk de bijstand der gewapende macht inroept tegen de uitvoering van wettelijke voorschriften, van wettige bevelen van het openbaar gezag of van rechterlijke uitspraken of bevelschriften, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste zes jaren.

Indien die uitvoering daardoor wordt verhinderd, wordt de schuldige gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste negen jaren.

Artikel 423

De ambtenaar of een ander met enige openbare dienst voortdurend of tijdelijk belast persoon die opzettelijk geld, ongemunt goud of geldswaardig papier, dat hij in zijn bediening onder zich heeft, verduistert, of toelaat dat het door een ander weggenomen of verduisterd wordt, of die ander daarbij als medeplichtige ter zijde staat, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste zes jaren.

Artikel 424

  1. Gew, bij G.B. 1971 no. 56.