ons in de eerste plaats bevrijden, indien wij de nieuwe geboorte der Kunst inderdaad ernstig wenschen; en indien wij dit niet doen, dan zal het bederf een diepen kuil graven voor den ondergang der maatschappij, waaruit dan zeker de nieuwe geboorte ontstaan kan, doch alleen vergezeld van angst, geweld en ellende. Waarlijk, indien wij ons zelven, de gegoede klasse, alleen nog maar bevrijdden van dezen berg van nietswaardige prullen, zou het al een stap in de goede richting zijn: dingen, waarvan iedereen het nuttelooze erkent; de kapitalisten weten zeer goed, dat er geen eigenlijke gezonde vraag naar is en zij zijn genoodzaakt ze aan den man te brengen door een zonderling koortsachtig verlangen te verwekken naar kleinzielige opwinding, waarvan net uiterlijk kenmerk bekend staat onder den naam van mode, een monsterding, geboren uit de onbeduidendheid van het leven der rijken en de zucht van het Winstsysteem om de groote menigte werklieden zooveel mogelijk uit te buiten, die zij opkweekt als werktuigen met wie zij geen rekening heeft te houden, alleen met het doel winst te maken.
Denk niet, dat het van weinig belang is, deze monsterachtige dwaasheid te weerstaan; het zelfstandig denken over wat gij werkelijk zelf begeert, zal niet alleen mannen en vrouwen van u maken, doch u ook doen denken aan de verlangens van anderen, daar gij spoedig zult vinden, als gij een kunstwerk hebt leeren kennen dat slaafsche arbeid niet wenschelijk is. En hier hebt ge bovendien een gering kenteeken, waarbij gij het verschil kunt zien tusschen een prul der mode en een kunstwerk: als de eerste glans van het modeding verdwenen is, wordt het beslist waardeloos zelfs voor den oppervlakkigen mensch, terwijl een kunstwerk, hoe gering ook, van langen duur is; het verveelt ons nooit, zoolang er nog