Pagina:WilliamMorris1903KunstEnMaatschappij.djvu/149

Deze pagina is niet proefgelezen

moet werk vervaardigen, dat den arbeid niet waard is of waarvan de vervaardiging vernederend is voor de arbeiders.

Hoe eenvoudig dit voorstel is en hoe billijk het u zal toeschijnen, zult gij toch bij nadere beschouwing zien, dat het een uitdaging op leven en dood is van het tegenwoordige arbeidssysteem in de beschaafde landen. Dat stelsel, dat ik het winstsysteem heb genoemd, is ontegenzeggelijk een stelsel van strijd, dat is van verkwisting en vernietiging of dobbelen indien ge wilt; want onder dit stelsel geldt de regel, dat de winst van den een gaat ten koste van het verlies van den ander. Zulk een stelsel kan er geen acht op slaan, of de dingen, die het vervaardigt, het maken waard zijn; evenmin of de arbeiders door hun werk gedemoraliseerd worden: het let slechts op één ding, nl. het maken van winst, welk woord men zoo gewend is veel te gebruiken, dat ik u de eigenlijke beteekenis even moet uitleggen: de berooving van den zwakke door den sterke. Nu beweer ik, dat dit stelsel van nature doodend werkt op alle Kunst, d.w.z. op alle levensgeluk. Wat eerbied men nog toont voor het leven van het volk in onzen tijd, wat er nog gemaakt wordt dat den arbeid waard is, wordt gedaan ondanks het stelsel en geheel in strijd met zijn beginsel; en het is zeker waar, dat wij allen zwijgend toestemmen, dat het lijnrecht staat tegenover de hoogste idealen van de menschheid.

Weten wij b.v. allen niet, hoe die mannen van genie werken, die het zout der aarde zijn en zonder wie het bederf der maatschappij reeds lang geleden ondragelijk zou geworden zijn? 1s het niet waar dat de dichter, de kunstenaar, de man der wetenschap in hun eerste roemvolle dagen, in den bloeitijd van hun geloof en geestdrift, aan alle zijden gedwarsboomd worden door den

123