aan dat, wat geblazen en uit de hand bewerkt wordt; gesneden en geslepen glas moge handelswaarde, het kan geen kunstwaarde hebben. Wat het materiaal der glazen voorwerpen betreft, dat is een zeer belangrijk punt. De latere fabrikanten hebben zich zeer ingespannen, kleurloos glas te verkrijgen; mij dunkt, dat zij daarin niet geheel geslaagd zijn. Ik vind hun glas koud en blauwachtig van kleur; doch hoe dit ook zij, hun doel was verkeerd. Een weinig kleur is een deugd van het metaal, evenals lichte strepen en vlekken, want deze doen den vorm beter uitkomen. De moderne directeuren van glasblazerijen hebben zich veel moeite gegeven alle kleur uit het glas te verdrijven, het zoo te maken dat een afgewerkt stuk glaswerk geen enkelen streep of stip vertoont; zij hebben in waarheid gezwoegd, om het metaal alle karakter te ontnemen en zijn hierin geslaagd; en dit ondanks de algemeene bewondering voor het Venetiaansche glas van de zeventiende eeuw, dat gestreept en gevlekt is en een zichtbare kleur draagt. Dit glaswerk van Venetië of Murano is bijzonder fijn van vorm en was zeker ook evenzeer bedoeld als versiering als voor gebruik; gij kunt er dus van verzekerd zijn, dat als de vervaardigers hiervan het noodig hadden gevonden te streven naar grooter mechanische volmaaktheid van metaal, zij het gedaan zouden hebben, maar zooals alle ware kunstenaars waren zij tevreden met een grondstof die zich leende voor hun eigenaardige kunst en spanden zich niet in te zoeken naar iets dat zij niet begeerden. En ik ben ervan overtuigd, dat indien zij glaswerk hadden gemaakt voor dagelijksch tafelgebruik tegen een lagen prijs, met meer gevaar voor breken, en zij dus hun glazen dikker en minder fijn hadden moeten maken, zij tevreden geweest zouden zijn met een ruwer metaal dan dat wat zij nu gebruikten.
Pagina:WilliamMorris1903KunstEnMaatschappij.djvu/71
Deze pagina is proefgelezen
49