Plinius de kunst goed verstonden, is het hoogstwaarschijnlijk dat zij in dat land, zoo weinig aan verandering onderhevig, ook al zeer oud was. Vele der zorgvuldig bewerkte en drukke patronen op de kleederen van Egyptische schepping schijnen mij toe met kleuren beschilderd linnen te zijn. Wat de kunst bij ons betreft, zij heeft natuurlijk zeer geleden door den achteruitgang van het verven en dit niet alleen omdat de tinten beide in schoonheid en standvastigheid verminderden, doch ook om een meer ingewikkelde reden. Ik heb gezegd, dat het veel moeilijker was met de oude kleurstoffen te werken dan met de nieuwe. Zelfs betrekkelijk kort geleden, in den tijd van mijn jeugd, waren de bezwaren verbonden aan het brengen van een veelkleurig patroon op een stuk katoen, talrijk en zeer groot. Als regel geschiedt dit nu in minder uren dan men er toen dagen voor noodig had. Gij zult dit misschien een verandering ten goede vinden, doch ik ben het niet met u eens, tenzij dan dat het goedkooper is. De natuurlijke bezwaren en moeilijkheden van de oude manier hielden verband met het trachten naar vaste kleuren en spoorden elk ontwerper, die iets beteekende, aan, zijn patroon meer bijzonderlijk geschikt te maken voor deze bepaalde kunst en schonken er een karakter aan, welk karakter zoo gemakkelijk te herkennen is in de Indische gordijnstoffen of in de verschoten gordijnen van onze grootmoeders, die nu nog ondanks menige zomerzon en veelvuldige bewassching tenminste hun rood en blauw behouden hebben. Niettegenstaande de ruwheid en overlading van deze dingen worden wij er toch door aangetrokken, en wel in hoofdzaak omdat wij terstond gevoelen, dat er iets in die ontwerpen ligt, dat aan die bepaalde kunst behoort, dat zij slechts te voorschijn gebracht konden worden na beoefening van die kunst zelf, iets wat een
Pagina:WilliamMorris1903KunstEnMaatschappij.djvu/85
Deze pagina is proefgelezen
63