waarts stroomen, die zand loswoelen van het bed van het meer en het op de kust werpen. Te Michigan City wordt zand van het strand opgenomen door elken wind die uit het noorden en westen waait, en na eenige uren harden wind ziet men het zand tegen de noordzijde der schuttingen en rasters opgewaaid, gelijk de sneeuw in den winter soms door den wind in rigchels wordt opgejaagd. Sommige zandkorrels worden door tegenovergestelde winden terug gevoerd, maar de meesten blijven op of achter de duinen liggen, of op den vochtigen grond bij het meer: zij worden door planten en boomen tegen gehouden en verhoogen onophoudelijk den grond.
Ook op de atlantische kust van Noord-Amerika vindt men duinen. Over het algemeen zijn zij echter niet zoo hoog en breed als de europesche duinen, wat vooral toegeschreven moet worden aan de westelijke winden die daar veelvuldig waaijen en dus van de kust afgaan, en ofschoon de zeestroomen groote hoeveelheden zand in den vorm van zandbanken op die kust aanbrengen, zijn de kusten van Noord-Amerika in verhouding minder dan anderen van geringere uitgestrektheid, met zandheuvelen bedekt. Doch hierop zijn evenwel belangrijke uitzonderingen. De werking van het getij werpt eene groote hoeveelheid zand op sommige punten der kust van Nieuw-Engeland, zoowel als op de stranden van Long-Island en andere zuidelijker kusten, en daar vindt men duinen aan die van Europa gelijk.
Er zijn ook breede duinenreeksen op de westkust van Noord-Amerika; te San Francisco liggen duinen naast sommige straten van die stad.