Pagina:WitteHeinrich1890 In en om Valkenburg.djvu/100

Deze pagina is gevalideerd
88
MEERSSEN — GEULEM — ST. GERLACH.

Wel verlangen we naar een glas van het keurige Valkenburgsche Pilzner, maar we hebben voor deze keer een andere pleisterplaats op 't oog. We gaan de sluis en de rotswoningen voorbij en blijven staan voor N°. 100! —

Precies! Hier moeten we wezen. 't Staat met groote letters boven de deur van het nieuwe huis: J. Coppée, en zijn kranig, jong vrouwtje lacht ons vriendelijk toe, als wilde ze allen twijfel of we hier wel bij den waren Coppée zijn, wegnemen.

Gelijk reeds vroeger gezegd is, was Coppée gedurende geruimen tijd de eigenlijke gids voor de Geulemer grot, maar bovendien had hij door zijn originaliteit een bijzondere reputatie verkregen. Elk bezoeker van Valkenburg zocht hem op, en dit mag hem indertijd op het denkbeeld gebracht hebben een vreemdelingenboek aan te leggen. Dit nu kan iedereen in een gelijk geval doen, maar slechts zeer enkelen zullen er zoo goed in slagen als hij.

Het loont inderdaad de moeite dit boek te doorbladeren; men zal er veel bekende namen in vinden niet alleen, maar niet weinigen trachtten daarin de in het Geuldal ontvangen indrukken in woorden te brengen, of maakten met pen of potlood schetsen, al naar de fantasie ze hun ingaf.

Dat daar heel wat onder loopt van niet de minste, veel ook van weinig beteekenis, zal men licht begrijpen, maar er schuilt ook heel wat schoons onder, veel inzonderheid dat van diep gevoel getuigt.

Toen Coppée naar elders vertrok, nam hij natuurlijk dat boek mee. Wij zeggen natuurlijk, want het was zijn onbetwistbaar eigendom. Maar jammer was het zeker, omdat daarmede uit deze streek iets verdwenen was, dat een eigenaardige bekendheid,