Pagina:WitteHeinrich1890 In en om Valkenburg.djvu/103

Deze pagina is gevalideerd
91
MEERSSEN — GEULEM — ST. GERLACH.

Anders echter is het van binnen, en schaars zal men in een kleine gemeente een kerk vinden, die zoo zeer een bezoek waard is als deze.

Dit dankt zij voornamelijk aan de mildheid van den bekenden Maastrichtschen fabrikant Regout, die tegen de wanden groote fresco-schilderingen liet restaureeren, tafereelen uit het leven van den daareven genoemden kluizenaar, den Patroon dezer kerk, voorstellende. Bij het verlaten der kerk valt ons oog nog op een geheel op zich zelf staand tableau boven de ingangsdeur, een allegorische voorstelling, waarop het portret van hem, die deze kerk zoo mild begiftigde, de hoofdfiguur voorstelt.

Dat dit schilderwerk aan goede handen werd toevertrouwd, is niet twijfelachtig, en, wagen wij ons ook niet aan een oordeel over de kunstwaarde er van (die echter niet gering schijnt te zijn), zeker is het, dat het als een waar sieraad van dit Godshuis mag beschouwd worden,

Omtrent de levensbijzonderheden van dezen heilige deelen wij hier alleen mede, dat de Ridder Gerlach, een der vroegere Heeren van Valkenburg, na een, zoo het schijnt, nog al bewogen leven, en den plotselingen dood zijner echtgenoote, ter bedevaart naar Rome trok, daar geruimen tijd in boetedoening doorbracht, en eindelijk, hier teruggekeerd, aan het kluizenaarsleven de voorkeur gaf, en veertien jaren lang in den hollen stam van een grooten Eik leefde[1].

Bij het verlaten van de kerk slaan we rechtsom en bevinden ons dan na een paar minuten op den

  1. Nadere bijzonderheden omtrent dezen ridder-kluizenaar vindt men in Craandijks Wandelingen door Nederland, (Limburg), bl. 91. (zie Wandelingen door Nederland deel 2 (1876), p. 349 en Wandelingen door Nederland. Limburg (1887), p. 91 (Wikisource-Ed.))