maakt of men deze onderaardsche gangen bezoekt met een klein gezelschap, onder de leiding van een goeden gids, of dat men ze alleen leert kennen, bij gelegenheid eener concert-promenade, gelijk die tegenwoordig bij herhaling in de zomermaanden door de Vereeniging "het Geuldal" georganiseerd worden, en waaraan door honderden bezoekers deel genomen wordt. Niet alleen dat dan juist vele interessante plekken onbezocht blijven, maar illuminatie, muziek en een opgewekte stemming bij een dicht opeengedrongen massa menschen, nemen den eigenaardigen indruk geheel weg.
Wij willen hiermede den bezoeker niet afraden daaraan deel te nemen; integendeel, een concert in een der groote ruimten, zoo diep onder den grond, is iets waartoe de gelegenheid zeker niet dikwijls wordt aangeboden, maar men doe het liefst nadat men eerst op kalmer wijze met deze merkwaardige onderaardsche gangen heeft kennis gemaakt.
Vreemd inderdaad is de gewaarwording, wanneer men bedenkt dat dit zand, na eerst hier door de zee aangespoeld te zijn, daarna bezonk, tegelijk velerlei dieren in zich opnemende; vervolgens door eeuwenlange drukking vast werd, en er, nadat, wie weet door welke hevige beroeringen van de aardkorst, het water was weggeloopen, en die zandbergen droog werden, nadat de natuur hen vervolgens een mantel van groen omgeworpen had, eindelijk door schepselen, die nog ver te zoeken waren toen die steen ontstond, gangen door die massa zouden gegraven worden, die op hare beurt tot ons spreken van een grijs verleden.
Waar blijft hier onze bepaling, ons begrip van tijd?