dien we niet kunnen nalaten terloops even te bewonderen,
Hier, bij die Linde, dus juist naast de kerk, is de laan, die met een bocht naar het kasteel Pelser voert. Dit indrukwekkende gebouw te zien, loont de moeite van dien kleinen omweg in ruime mate. Het is tegenwoordig eigendom van den baron de Pelser-Berensberg, en heeft dan ook pas in lateren tijd zijn tegenwoordigen naam gekregen. Craandijk zegt dat het reeds in 1244 "Oud-Valkenburg" heette, later echter lang onder den naam "Genhuis" bekend was.
Dat dit kasteel derhalve in de geschiedenis van Limburg van beteekenis is, valt niet te betwijfelen; wij duiken echter de daarop betrekking hebbende bijzonderheden thans niet op, maar stellen ons voor het oogenblik met de beschouwing van dit klassieke gebouw, dat natuurlijk rondom in het water ligt, terwijl een zware, oploopende steenen brug naar den ingang voert, tevreden. Ook een verzoek om het van binnen te zien wordt, naar men beweert, door den eigenaar gaarne toegestaan.
Was dit gebouw reeds in 1244 als Oud-Valkenburg bekend, dan is het zeker niet gewaagd aan te nemen, dat het van het begin der dertiende eeuw dagteekent, en het alzoo, ten deele althans, ongeveer zeven eeuwen oud is. De kolossale vierkante toren met zijn korte spits, die maar juist boven de omringende boomen uitsteekt, getuigt zeker van hoogen ouderdom. Toch is er aan dit kasteel niets vervallen; 't ziet er oud, zeer oud zelfs, uit, maar 't gelijkt een grijsaard, nog met den blos der gezondheid op de wangen en levenslust in de oogen. Het is uitmuntend onderhouden, maar