Pagina:WitteHeinrich1890 In en om Valkenburg.djvu/73

Deze pagina is gevalideerd
61
RAVENSBOSCH.

daarover berouw gevoelen; want, daar het onmogelijk is in eene bepaalde richting door te gaan, moet men er spoedig in verdwalen. Wel is waar zou men, de beek niet overgaande en die steeds aan de rechterhand houdende, kunnen komen waar men wezen wilde, maar het is zeer twijfelachtig of dit door het dichte kreupelhout wel altijd mogelijk is. Die van zoeken houdt, kan 't probeeren! Niet onmogelijk, ja waarschijnlijk is het, dat de pachter der hoeve, tegen een kleine vergoeding, wel iemand zal meegeven, die den weg wijst dwars door het bosch, in de richting van het daarachter liggende klooster. Gelukt dit niet, dan zet men zijn wandeling naar het dorp Haasdal voort, dat men van de straks genoemde put af spoedig bereikt. Daar vrage men dan den weg naar het klooster, dat men echter spoedig, eenzaam als het staat, op de kruin van den berg, op eenigen afstand rechts van zich af ziet liggen.

Dit uitgestrekte gebouw—eigenlijk een reeks gebouwen—met de daaraangrenzende buitenplaats maakt boven op dien berg, overal door bouwlanden omgeven, een zeer eigenaardigen indruk. Het is tevens een opleidingsgesticht, waarin, naar men zegt, voornamelijk jongens uit Lotharingen opgevoed worden.

Langs den steeds vlakken weg wandelt men het klooster voorbij en spoedig daarna gaat men aanvankelijk langzaam bergafwaarts.

Waar de weg zich splitst kan men des verkiezende, en zoo men weer op den grooten rijksweg wil uitkomen, rechtsaf den Sittarder weg afgaan. Wij verkiezen echter den hollen weg, die vlak vóór ons ligt en gaan derhalve rechtuit.

Deze holle weg, de Stoepert geheeten, is op verscheidene punten, door zijn diepte en oneffenheid