Pagina:WitteHeinrich1890 In en om Valkenburg.djvu/93

Deze pagina is gevalideerd
81
MEERSSEN.

Het bezoek aan dit plekje is alleen het uitstapje waard.

Wij wandelen weer terug langs het kasteel "Wijngaardsberg", en aan het einde der doornhaag gekomen, dus achter de gebouwen, slaan we rechtsaf en volgen het voetpad langs die haag, tot we vlak vóór ons een tourniquet zien.

Hier nemen we afscheid van den vriendelijken eigenaar dezer bezitting, gaan den tourniquet door, en een steilen berghelling, die in weilanden is verdeeld, af. Hier hebben we slechts een voetpad te volgen, dat ons aan een doorgang in een heg brengt, waardoor we in een ander hellend gelegen weiland komen; ook dit gaan we dwars over en..... we bevinden ons plotseling in een aan alle zijden door bergen omgeven dal, zóó oorspronkelijk, zóó echt natuurlijk, zóó idyllisch zouden we willen zeggen, dat we elkaar verbaasd aanzien, als wilden we elkander vragen of we waken of droomen.

Aan aangename verrassingen raakt hij, die in Zuid-Limburg wandelt, spoedig gewend, maar een contrast gelijk dit staat toch geheel op zich zelf,

Het is het gehuchtje Waterval (ofschoon wij van een waterval niets bespeuren)[1] slechts uit weinige huizen bestaande, van de overige wereld volkomen afgezonderd, maar een plekje waar de Natuur

  1. Het moet er hier vroeger echter anders hebben uitgezien, althans naar de spraakzame man ons vertelt, die ons den weg wijst. Het dennenbosch, dat hier thans de berghelling bedekt, is nog niet oud—wellicht 40 of 50 jaar. Vóór dien tijd liep het water daar sterk af; thans zoekt het langs de wortels der boomen een weg naar beneden, en ziet men het op enkele plaatsen nog te voorschijn komen. Zoo kan en zal er denkelijk voor die benaming in der tijd wel goede aanleiding zijn geweest.
6