Pagina:WitteHeinrich1890 In en om Valkenburg.djvu/97

Deze pagina is gevalideerd
85
MEERSSEN — GEULEM — ST. GERLACH.

onmiddellijk linksom den breeden "Veeweg" opgaan, en komen, na een paar krommingen, aan een brug over de Geul, die hier spiegelglad is.

Niet lang hebben we dezen fraaien weg gevolgd of we staan weder voor een brug. De Geul splitst zich namelijk bij Meerssen in drie armen, waarvan wij er hier twee passeeren. Hier is het water vrij wat woeliger.

Deze brug brengt ons in de uitgestrekte gemeenteweide, de Meerssenerbrook, en het smalle voetpad duidt ons aan dat we dit grasveld in schuine richting in zijn geheele lengte moeten doorsnijden. Vlak vóór ons, aan de overzijde van het weiland, rust ons oog op dezelfde bergreeks, die we gedeeltelijk tusschen Valkenburg en Geulem leerden kennen.

De groene, beschaduwde hooge bergwand lokt ons als het ware tot zich. Waartoe zullen we dat geheele weiland door in de zon loopen, daar we toch duidelijk langs den bergwand nabij den voet een pad meenen te herkennen?

De opmerking dat, zoo dit werkelijk een bruikbaar wandelpad was, er ook door de weide wel een voetspoor naar toe zou loopen, houdt ons niet terug om ons te gaan overtuigen wat ervan aan is; we kunnen het te geruster doen, daar we toch op het korte gras niet aan het voetpad gehouden zijn.

Nu we naderbij komen blijkt inderdaad dat hier een pad ...... geweest is; het is echter verlaten, tengevolge daarvan op sommige plaatsen geheel overgroeid, elders weggezakt, zoodat men het slechts hier en daar eenige passen kan begaan. We geven het dus op, en volgen den gebruikelijken weg.

Toch bevreemdt het ons dat van gemeentewege (die berghelling zal denkelijk wel tot Meerssen be-