Pagina:WitteHeinrichFlora1868.djvu/167

Deze pagina is proefgelezen
 

CATALPA SYRINGÆFOLIASims.

Nat. Familie:

BIGNONIACEÆ.

Klasse en Orde van LINNÆUS:

DIANDRIA MONOGYNIA (Tweemannige-Eenwijvige)[1].

 

 

Onder de Noord-Amerikaansche boomen, waarvan er een aantal in Europa zijn ingevoerd, kennen we er twee, die als 't ware de bijzondere gunstelingen van 't algemeen geworden zijn en dientengevolge ook zeer algemeen verspreid werden, namelijk de Tulpeboom (Liriodendron Tilypifera), waarover weldra nader, en de Katalpa (Catalpa syringæfolia); beide zijn die onderscheiding dubbel waard, niet alleen om hunne fraaije bloemen, maar ook, en dat wel niet het minst, om de groote en sierlijke bladeren.

Hoewel de naam, waaronder de Katalpa hier vermeld wordt, alles behalve van jonge dagteekening is—daar Sims hem reeds als zoodanig, in het in 1808 verschenen 27e deel van het Botanical Magazine (tab. 1094), beschreef, terwijl, twintig jaar vroeger, in 1788, Thom. Walter, in zijne Flora van Carolina hem reeds als C. bignonioïdes bekend gemaakt had, welke benaming door Sims verworpen, door sommige latere schrijvers, o. a. Alph. De Candolle: Prodr. Syst. nat. IX. pag. 226), weder aangenomen werd—is deze boom toch bij de liefhebbers vrij algemeen bekend als Bignonia Catalpa, zooals Linnæus hem noemde.

Het is hier de plaats niet om de meerdere verkieselijkheid van de eene benaming boven die van de andere op wetenschappelijken grond te betoogen. 't Komt mij evenwel voor dat Sims niet volkomen in zijn regt was, toen hij den goed gekozen naam van Walter verwierp, wat evenwel niet beletten kon dat men hem vrij algemeen volgde, hetwelk trouwens met de meeste


  1. Zie de noot onder blz. 73.—De planten van de Orde der Eénwijvige zijn die in welker bloemen één stijl aanwezig is.
25