XI. NAAR "NOL IN 'T BOSCH".
I.
Niemand, die eenige dagen in dezen omtrek verblijft, verzuimt een bezoek te brengen aan Nol in 't bosch, en die het mocht nalaten, doet bepaald verkeerd. Nol in 't bosch klinkt zeker hem, die 't voor 't eerst hoort, vreemd in de ooren, en dat hij daarbij aan een boerderij of zoo iets in 't bosch, bewoond door zekeren "Nol" denkt, laat zich hooren.
Maar dan slaat hij toch de plank erg mis.
Ja, vroeger, misschien een vijf en twintig jaar of langer terug, woonde daar in een klein huis Nol Gerritsen, die er een soort van aanlegplaats hield; nu staat daar een kloek en zeer comfortabel hôtel, bewoond en geexploiteerd door den heer A. Beijer, des bewusten Nol's schoonzoon, en dat het er 's zomers niet aan gasten ontbreekt, blijkt hieruit, dat men er dan vroeg bij moet zijn, zoo men niet ten antwoord wil krijgen dat het huis "vol" is.
Van Bennekom uit kan men op verschillende wijzen heen en terug wandelen. Wij willen nu achter elkaar de twee voornaamsten nagaan; de lezer kan dan kiezen, of ze, wat beter is, met eenige dagen tusschenpoos, beiden bezoeken.
De meest gewone, ook de kortste, is het Papenpad, en velen wandelen dit, niet beter wetende, heen en terug, wat bepaald verkeerd is, gelijk weldra zal blijken.