Pagina:WitteHeinrich DriekleurigeViooltje1875.djvu/104

Deze pagina is gevalideerd
86
IN DE „NEUE WELT.”


wordt het gesprek spoedig vertrouwelijker, losser, joliger, en misschien niet zoo ingetogen als wel voegzaam zou zijn.

Een weinig later zien we hen langs den muziektempel wandelen, alwaar de gevierde Strausz de huppelende noten van zijn vroolijk „Wiener Blut", door een goed bezet orkest doet vertolken. Niet alleen het Weener bloed vloeit sneller, bij het hooren dezer opwekkende muziek, maar zelfs op den meest phlegmatieken vreemdeling mist ze haar uitwerking niet. Ernst geraakt dan ook geheel en al onder den als betooverenden invloed, dien hier alles op het gezicht, het gehoor en gevoel uitoefent. Een prachtige avond, duizenden flikkerende lichten, die echter een vruchteloozen strijd schijnen te voeren met het nog steeds beidende daglicht, liefelijke tonen, een niet uitgelaten, maar toch zeer opgewekte menigte, de kracht van den vurigen Hongaarschen wijn, daarbij den sirenenzang van haar die aan zijn arm hangt, en tegen welker flonkerende oogen zijn blik niet bestand is.... dit alles is méér dan toereikend om den altijd nog zwakken jongeling zoomin aan gisteren als aan morgen te doen denken,