Pagina:WitteHeinrich DriekleurigeViooltje1875.djvu/131

Deze pagina is gevalideerd
113
ANNA.


Toen ze, dus schreef ze verder, mij niet zag terugkomen, was haar eerste gewaarwording, vrij natuurlijk, een spijtige teleurstelling. Wel werd haar nog enkele malen de gelegenheid tot kennismaking aangeboden, maar ze was korzelig en bits geworden, en men liet haar dus spoedig haars weegs gaan. Ze besloot dus weldra zonder hare vriendin, die ze nergens wist op te sporen, naar de stad terug te keeren, en wierp zich, op de kamer dezer laatste gekomen, mokkend op de sofa neder.

't Was reeds vrij laat geworden, toen ze mijn briefje ontving, en, niet kunnende vermoeden wie haar aan dit adres zou schrijven, terwijl slechts haar voornaam, met het nommer van 't huis en van de deur der kamer op den brief stond, buitendien op dit oogenblik alles behalve tot lezen gestemd, had ze dien eerst onverschillig op de tafel geworpen; ze nam hem echter later weer op, en doorlas hem toen vluchtig.

In 't eerst glimlachte ze spijtig, en wilde ze den brief verscheuren, toen toevallig haar oog ten tweede male op een woord viel, 't welk daarin herhaaldelijk voorkwam. Half haars ondanks voelde ze zich als aangespoord om